Genoten van die paartjes

 

 

Ik heb een vriendin die jaren geleden eens aangaf dat ze haar man wilde overhalen om met haar naar een parenclub te gaan. 

 

 

 

‘Gadver, nee hoor’, riep ik ontsteld. En ik mocht me daar natuurlijk helemaal niet mee bemoeien – want wie dat leuk vindt moet dat vooral doen – maar ik wist zeker dat haar man dat helemaal niet leuk zou vinden. En omdat hun huwelijk toch al niet zo lekker liep, leek het me een erg slecht idee om met zoiets de boel dan weer op de rit te krijgen. Tenminste, niet als je er niet allebei naar uitkijkt. Ik raadde het haar dus af, maar kon daarmee toch niet voorkomen dat het huwelijksbootje alsnog op de klippen liep.

 

Hoe ongelooflijk ik ernaast bleek te zitten, door te denken dat hij een parenclub af zou keuren, bleek pas achteraf. En mijn vriendin en ik hebben het er later nog vaak over gehad dat die parenclub misschien tóch nog had kunnen helpen. Maar toen gaf zij aan dat zij dat zelf eigenlijk helemaal niet wilde, zeker niet sinds ze weet wat ze nu weet. Ze kwam erachter dat hij al heel lang vreemdging, dus dat ze met zo’n club de kat alleen maar op het spek zou hebben gebonden. En toen kon ik gelukkig weer opgelucht ademhalen.

 

‘Maar misschien was je zelf dan wel iemand tegengekomen’, sputterde ik nog na door mijn spijt dat ik haar een poging om haar huwelijk te redden had afgeraden. Maar ze hield vol dat ze daar al helemáál niet aan moest denken. Dat ze alleen om hém een plezier te doen aan een parenclub had gedacht, en dat ze zelf niet moest denken aan een andere man. En toen heb ik mijn mond dus maar gehouden. Ik had het al eerder verkeerd ingeschat, door te denken dat híj dat niet zou willen, en zij dus blijkbaar wel. En ik hielp haar daarna netjes met het lezen en opstellen van de scheidingspapieren, omdat ze daar ook moeite mee had. Niet alleen door haar verdriet, en het gevoel vreselijk te zijn vernederd, besodemieterd en afgewezen, maar ook omdat ze dyslectisch is. En niet een beetje dyslectisch, maar ‘heul erg lysdectisch’, zoals ze zelf altijd zegt als het nodig is om zoiets te melden.

 

We namen samen risico’s, lieten ons niet in een hoek zetten, legden ons nergens zomaar bij neer, bleven op onze hoede (of is het dan hoedes?) (of hoeden??) en draaiden hem echt geen poot uit – zoals hij nu stellig beweert – maar zorgden ervoor dat zij achterbleef met dat waar ze recht op had, terwijl hij gewoon misbruik probeerde te maken van haar paniek bij het alleen al zien van documenten. Ze woont nu in een fijn huis, met een goed pensioen, en heeft zelfs alweer een nieuwe man.

 

Zo gaat dat dus als je mooi, lief en betrouwbaar bent. Want hij is allang weer alleen.
Maar nu was mijn vriendin dus met haar nieuwe vlam op vakantie geweest en ging ik toch weer twijfelen of dat parenclub-idee niet bij haar vandaan was gekomen. Ze waren namelijk naar Canada gegaan en hadden daar heel lange trektochten gemaakt. Zowel te voet als te paard, en met een camper. En ze appte me nu dat ze weer thuis waren, en dat ze vreselijk hadden genoten. Natuurlijk van de reis, maar ook van elkaar, van de camper, van de natuur en van de paartjes.

 

Van de paartjes???

 

En ik schrok dus even, voordat ik doorhad dat ze natuurlijk gewoon de paardjes bedoelde.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke