Gek geworden?

 

 

Bloesem. Het eerste feestje van de natuur. De officiële opening van het nieuwe tuinseizoen. En die valt niet altijd op dezelfde dag. Kunnen wij wel verzinnen, die data, maar de tuin denkt daar heel anders over. Wat me wel altijd opvalt, is dat onze wilde pruim elk jaar met carnaval bloeit. Dat voelt ie dan blijkbaar haarfijn aan. Elk bloemetje of bloesempje kan ik wel uit de knop kijken. Ben zelfs blij met de eerste paardenbloem. Al staan die me later in het seizoen ineens toch wat minder aan. En de forsythia, die ik eigenlijk een beetje ‘gewoontjes’ en overdreven geel vind, is zo welkom na die kale handel de hele winter. Onze pruimenboom kreeg trouwens een keer een sneer van iemand: ‘Nou, voor mij hoeft het niet hoor zo’n pruimenboom. Ze bloeien maar zo kort, dus wat heb je er aan?’ O hó! Mag je helemaal niet zeggen tegen mijn boom hoor. Nog erger, een van de allermooiste bloeiers, een van de grootste uitslovers, de magnolia, hoorde ik een keer neergesabeld met de woorden: ‘Kun je wel mooi vinden, maar het geeft een ongelofelijke troep’. Jongens! Willen jullie weleens aardig doen tegen die planten, bomen en struiken die zich voor ons uit staan te sloven? Ik word instant gelukkig van een tak magnoliabloesem, al zou ik hem zelf nooit van de boom knippen. Voelt toch een beetje als amputeren, die tang in een tak. En de Kerria Japonica, die elk voorjaar bij ons de hele tuin omtovert in een zee van zacht oranje toefjes, werd door een vriendin ‘buurmansverdriet’ genoemd. Waarom? Iemand moet er iets aan doen. Dan ik maar. Ik begin gewoon een Partij voor de Planten. U hoort nog van mij.

 

 

 Door Franska

Beeld: GettyImages Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.