Tjonge wat is het weer gezellig!

 

Als onze Frits kon praten had-ie ons allemaal complimenten gegeven. Over hoe gezellig we zijn, hoe goed we kunnen schrijven, hoe mooi ons haar zit… Of toch niet?!

 

Mensen, en dan vooral vrouwen, maar toch ook wel mannen, ik ben weer eens op de redactie van franska.nl en het is me toch een potje gezellig hier! De medewerkers zijn gezellig, Franska zelf is natuurlijk enorm gezellig, maar zelfs de stoelen, de muren, de bureaus, ja, tot en met de keukendeur, het is allemaal even gezellig. Medewerkers voeren gesprekken met elkaar die in een woord zijn samen te vatten: gezellig. Zegt de ene medewerker tegen de andere: ‘Gezellig hè, zo’n kopje koffie?’

 

‘Nou en of. Heel gezellig.’

En er wordt hier wat afgelachen, dat gaat echt de hele dag door! Zegt iemand: ‘Wat ik vanochtend meemaakte zeg…’

Iedereen: ‘Nou? Wat?’

 

En dan komt er me toch een verhaal waar iedereen zich werkelijk rot om lacht! Ook dat gaat zo de hele dag door, gecombineerd met die eerdergenoemde enorme gezelligheid, ja, je zal hier maar werken, dat is geen werken meer, dat is puur genieten, dan is elke werkdag een dagje in het paradijs. 

 

En aardig dat men is, de hele dag door, zelfs tegen mij.

‘Oh Frits, wat ontzettend leuk dat je er weer eens bent! En wat zie je er goed uit! Nieuw kapsel? Staat je geweldig!’

Nou hebben wij katten doorgaans maar één kapsel, maar het is toch geweldig aardig – en ook wel geweldig gezellig – dat deze vrouw er toch een heus compliment over weet te maken. Het is dat ik niet kan praten anders had ik gereageerd met: ‘Nee, dan jouw kapsel! Super!’

 

En de lunch, nou, die was ook gewoon gezellig. Ik mocht dan wel niet aan tafel zitten, maar wel lief dat ik een bakje met wat droge, gore brokken kreeg, ergens op de kop getikt voor een spotprijs, waarschijnlijk bij de Action of de Aldi, maar toch: héél attent, héél lief. En het gaat per slot van rekening om de bedoeling; dat je de redactiekat niet laat verhongeren, dat vind ik dan toch een fijne bedoeling, ja, als ik kon huilen had ik nu tranen in de ogen.

 

Het zij die vrouwen vergeven hoor, dat van die stinkende, vieze, vuile kattenbak

 

Wel jammer dat de kattenbak al een dag of drie niet is schoongemaakt, maar hé, men heeft het kennelijk dusdanig druk met het verzinnen en tikken van gezellige stukken en stukjes en het voeren van gezellige gesprekken met elkaar dat zoiets er weleens bij in wil schieten. Het zij die vrouwen vergeven hoor, dat van die stinkende, vieze, vuile kattenbak.

 

Er loopt hier ook nog iemand rond die allergisch is voor katten. Nou, even tussendoor: ik ben allergisch voor mensen maar ik heb dat een plekje gegeven in mijn rugzakje en val daar nu geen mens meer mee lastig. Maar goed. Ik moet minstens 10 meter uit haar buurt blijven en ze kijkt me voortdurend vies aan en zegt af en toe dingen als: ‘Mijn ogen zijn weer zo geïrriteerd. Door die rare kat natuurlijk.’ En toch hè, en toch: al met al is ook deze tuthola, deze heks vast voorzien van gezellig hart.  

 

Nou, dat was het. Geen woord van gemeend, maar het was óf dit oóf drie dagen geen eten.

Namens alle katten de boodschap: wij háten gezelligheid.