Sta je op een kinderfeestje, moet je ineens huilen

 

Of Eugenie nu in recordtijd alle schepen achter zich verbrandt en met haar gezin naar Mexico-City emigreert waar ze huisvrouw met chauffeur wordt, of in Nederland voor een armlastige kinderhulporganisatie werkt en met haar geliefde el señor een boutique-hotel runt: saai is het zelden!

 

De moeders zitten met z’n allen aan een lange tafel, de kinderen rennen kriskras door de tuin. Behalve eentje, die hangt aan mijn been. Dit bevordert mijn spontane bewegingen niet, dus moet ik het van mijn spontane uitingen hebben. ‘Hola!’ roep ik. Het is woensdagmiddag en Cees en ik zijn op ons tweede feestje.

De meisjes hebben zich massaal bij de make-up-juf gemeld, die ze omtovert tot – heel eerlijk gezegd – nogal hysterische prinsessen. Verderop staat een heus springkussen waar de meeste jongetjes uit zijn klas zich bevinden.

 

Ik zet Cees op een plastic stoeltje en vraag of hij straks ook op het springkussen wil.

‘Nog niet’, zegt hij.

‘Niet weggaan, mama’, voegt hij er snel aan toe.

Dat was ik ook niet van plan.

 

Ik lach naar iedereen, stel me volledig open op en antwoord op een enkele in het Engels gestelde vraag enthousiast dat ik het reuze naar mijn zin heb in hun land. De mensen, het klimaat, ik vind het allemaal even zonnig en warm, verklaar ik vol overgave. En dat meen ik ook. Ondertussen kijkt Cees de kat nog wat verder uit de boom. Hij herkent de jongetjes uit zijn klas. Eentje roept zijn naam. Ik zwaai en lach namens Cees. Dan opeens besluit hij het erop te wagen.

‘Doet jij mijn schoentjes uit, mama?’

Op zijn knieën bekruipt hij het met lucht gevulde gevaarte. Voorzichtig komt hij overeind. Het is voor het eerst dat hij op een springkussen staat. Het duurt niet lang. Een grotere broer springt langs, waardoor Cees zijn evenwicht verliest. Hij komt onmiddellijk weer naar mij toe. Ik zeg dat het niet geeft. Dat het erbij hoort. Moedig hem aan. Zeg dat hij het heel goed doet, op het springkussen.

 

Langzaam schuifelt hij weer naar het midden. Dapper kijkt hij om of ik er nog ben. Dan zie ik hem kijken naar de jongetjes uit zijn klas. Ze buitelen over elkaar heen. Cees tovert een lachje op zijn gezicht en begint voorzichtig te deinen. Zijn grote bruine ogen zijn gevuld met angst.

Zijn angst weerspiegelt de mijne. Ik blijf bemoedigend naar hem lachen. Achter mijn zonnebril vullen mijn ogen zich met tranen. Ceesjes kwetsbaarheid heeft het ventiel uit mijn buffer van stoerheid gedraaid. In één adem voel ik mijn reserves leeglopen. Ik doe twee stappen opzij, zodat het luchtkussen mij van de andere aanwezigen scheidt. De tranen rollen over mijn wangen.

‘Mama, waar ben je?’ hoor ik Cees roepen. Snel veeg ik mijn gezicht droog en kom ik weer tevoorschijn.

‘Hier ben ik, lieverd. Gaat alles goed?’

‘Nee, mama, ik wil eraf.’

 

Op naar de kleine tafeltjes en stoeltjes waar alle kinderen plaatsnemen. Tijd voor de mini-hamburgers en kip-nuggets. Ik installeer Cees aan een hoekje van de tafel en schotel hem een bordje voor. Hij raakt het niet aan. We zijn al ruim twee uur op het feest aanwezig.

Na het eten wordt de verjaardagstaart geserveerd. Iedereen zingt in het Spaans. Cees vindt de prinsessentaart niet zo lekker. Ik zet mijn roze vorkje onbeheerst in de chocolademassa en eet zonder iets te proeven het hele bordje leeg. ‘Very nice cake’, zeg ik glimlachend tegen de gastvrouw.

 

Als kers op de taart komt Paco de clown optreden. Alle kleine stoeltjes worden in rijen op het grasveld gezet. Ceesje wil niet zelf op een stoeltje tussen de andere kindjes zitten. Hij wil bij mij op schoot. Ik ga dus in kleermakerszit in het gras zitten en neem hem in mijn armen.

Een groepje goedgeklede en gekapte moeders staat achter ons geanimeerd te praten. Ik ben mij akelig bewust van mijn bilspleet die duidelijk voelbaar – dus waarschijnlijk ook zichtbaar – boven mijn lage spijkerbroek uit piept. Het is al na vijven en ik heb nog niemand zien vertrekken.

 

Ruim een uur later nemen we hartelijk afscheid en begeven ons in het chaotische verkeer op weg naar huis dat ons nog eens een uur in beslag neemt kost. Thuis plof ik neer op de bank. Ik heb al een tijdje geen baan meer, maar voel me vermoeider dan ooit.

 

  

Eugenie van Stratum is communicatiemanager. Moeder en echtgenote. Ze leest en schrijft. Eet en drinkt (niet altijd in gepaste hoeveelheden). Doet aan pilates. Bezwijkt regelmatig voor ongecontroleerde actie.

Portretfoto: Natalie Leeuwenberg