Een waar wereldwonder. En dat zestien jaar na die allesvernietigende tsunami!

 

De kerst van 2004 was voor mij in geen enkel opzicht de ideale kerst, dus toen het tweede kerstdag was kon ik opgelucht ademhalen.

 

En toen kwamen daar, op die tweede kerstdag dat de muizenissen uit mijn hoofd weer aan het verdwijnen waren, de berichten over een tsunami in Zuidoost-Azië. Wanhoop, chaos, angst, verdriet, paniek, onzekerheid, vreugde, hysterie, honger en dorst: ze kwamen allemaal om beurten of tegelijk mijn huiskamer binnen en ik zat daar op mijn bank, mezelf ineens enorm gelukkig te prijzen dat ik maar mooi hoog en droog op mijn bank kon zitten en zelfs niemand kon verzinnen die op dat moment ergens in dat verre rampgebied kerstvakantie aan het vieren was.

 

Dat laatste had ik mis. Ik kende wel degelijk een gezin van vader, moeder en hun drie kinderen dat aan de kust van Indonesië door een muur van water was opgeslokt. Ze hadden elkaars handen vastgehad toen het water naar hen toe rolde en uit alle macht geprobeerd om niet los te laten. Maar de krachten van de natuur waren te sterk gebleken en zij waren elkaar kwijtgeraakt. De zoektocht had twee hele dagen geduurd. Het waren dagen waarin ze waren overspoeld door wanhoop, chaos, angst, verdriet, paniek, onzekerheid, hysterie, honger en dorst. Maar ze vonden elkaar allemaal terug, de vader en moeder en hun drie kinderen, en ze waren allemaal ongedeerd en dat mocht een waar wereldwonder heten. Want hoeveel moeders en vaders hadden ze, zelfs toen ze na een week eindelijk terug naar huis konden, zien ronddwalen die net als zijzelf ook het handje van hun kind hadden moeten loslaten? En hoeveel vaders en moeders hadden hun kind níet teruggevonden? Niet levend en zelfs niet onder de doden?

 

Van de week las ik in Trouw dat een Sri Lankaanse moeder haar zoon zestien ondraaglijk lange jaren na de tsunami van toen had teruggevonden. Ze wist dat hij nog moest leven destijds, want hij was onder haar ogen naar een ziekenhuis gebracht. Maar toen ze hem daar ging zoeken, was hij weg.

 

Haar ventje was destijds opgehaald door een familie die zei zijn familie te zijn. Een familie, ontdekte ze na grondig speurwerk, die niet eens dezelfde taal sprak als zij. Ze vertelde agenten en hulpverleners over de bijzondere moedervlekken op het lichaam van het jongetje en ze wist zeker: als ik hem ooit vind, kan ik hem daarmee overtuigen dat hij mijn zoon is. Deze week gebeurde dat. Ze vond de jongen kilometers verderop op een school. Hij bleek te zijn geadopteerd door een gezin dat had begrepen dat het kind geen ouders meer had. Eerst geloofde de school haar niet en hield de jongen van haar weg. Totdat ze met haar bewijs kwam: de moedervlekken waar alleen zij van wist. De jongen geloofde haar meteen, maar de adoptieouders wilden graag een DNA-test. Toen die positief bleek, werden moeder en zoon herenigd en ook dat mocht met recht een waar wereldwonder heten.

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans