Een stil verdriet

 

Carla is tot haar grote teleurstelling nooit zelf moeder geworden. Het heeft haar jaren gekost om over dat verdriet heen te komen. Maar die oude wond is weer opengereten. Door een berichtje van haar zus.

 

 

‘Ik sta op een vol perron als ik mijn telefoon in mijn jaszak een paar keer voel trillen. De trein is vertraagd dus neem ik even de tijd om mijn appjes te lezen. Ze zijn van mijn zus. Op het schermpje zie ik een aantal foto’s van haar met een heel klein schattig baby’tje in haar armen. Dolgelukkig kijkt ze in de camera. Dit kleine meisje is haar eerste kleinkind. 

 

Hoewel ik natuurlijk heel blij voor haar ben vullen mijn ogen zich met tranen. Een verdrietig gevoel kruipt langzaam onder mijn huid. Een gevoel dat ik zo goed ken en wat me jaren heeft gekost om kwijt te raken.

 

Al vanaf het moment dat ik een heel klein meisje was wilde ik moeder worden. Liefst van een groot gezin. Mijn zus en ik waren echte poppenmoeders en konden uren samen tutten met de speelgoedkinderwagen en het babybadje. Maar het liep allemaal anders dan ik had gedacht.

 

Ik trouwde met de liefde van mijn leven. De man die ik zag als de vader van mijn kinderen. Maar toen ik rond mijn dertigste nog steeds niet zwanger was kwamen we er na een lang medisch traject achter dat ik nooit zwanger zou worden. Een keiharde klap in mijn gezicht.

 

Om mij heen werden mijn vriendinnen wel zwanger en toen ook mijn zus haar eerste kind kreeg had ik het daar heel moeilijk mee. Natuurlijk was ik blij voor haar. Maar dat ik nooit zelf een zwangerschap mocht meemaken en een kind van mezelf zou hebben vond ik bijna niet te verteren. Dus toen ik voor het eerst op kraamvisite ging en haar zoon in mijn armen had voelde ik me zo klein en nietig.

 

De geur van dat kleine mensje, met die kleine handjes en dat warme lijfje zo heerlijk tegen me aan gedrukt. Wanhopig was ik toen ik later in de auto naar huis zat. Want een baby was voor mij niet weggelegd. Zo zou er nooit een wiegje in ons huis staan en zou ik nooit achter een kinderwagen met mijn eigen kleintje lopen.

 

Het duurde jaren eer ik met die pijn kon omgaan, het een plek kon geven en mijn verlangen naar een kind eindelijk naar de achtergrond verdween. Want ik droeg dit stille verdriet als een zware last met me mee. Ik kon het hoofdstuk pas echt sluiten toen ik in de overgang kwam. Dacht ik.

 

Tot mijn zus me een paar maanden geleden belde en dolgelukkig vertelde dat ze oma zou worden. Opnieuw voelde ik die klap in mijn gezicht. Het verdriet dat ik al die tijd verdrongen had, kwam in alle hevigheid weer terug.

 

Want omdat ik nooit moeder ben geworden, zal ik ook nooit een oma zijn. Zo zal ik nooit kleinkinderen hebben om op te passen. Zal er nooit opnieuw een wiegje in ons huis staan en is er geen kinderwagen waar ik trots achteraan zal lopen.

 

En nu is ze er. Kleine Juul. Het eerste kleinkind van mijn zus, een oma. Ik zal mezelf weer bij elkaar moeten rapen. Mezelf moed in praten om naar de babywinkel te gaan om iets moois voor dit kindje te kopen. Maar of ik het op kan brengen om straks op kraamvisite te gaan weet ik niet. Daar is deze oude open wond misschien te pijnlijk voor.’

 
 

Door: Carla