Een gang vol pakketten… voor de buurvrouw

 

Mijn bovenbuurvrouw is koopziek.

 

 

 

Nu is het mijn zaak niet dat ze zichzelf en haar kinderen om de andere dag in een compleet nieuwe garderobe steekt, maar dat ze al die aankopen online doet wel. Haar bel is namelijk kapot en ondanks dat we haar maanden geleden al vriendelijk hebben gevraagd die te repareren, blijven de bezorgers – inmiddels met verontschuldigende blik in de ogen – haar pakjes bij ons afgeven. Gek genoeg doet de bel het wel als de Thuisbezorgd-jongens rond etenstijd met sushi voor haar deur staan.

 

In onze gang stapelen de dozen van divers formaat zich op. Er is geen woord van overdreven als ik zeg dat er zes dagen per week, gemiddeld drie keer per dag, een bezorger aanbelt die eigenlijk de deur ernaast moet hebben.

 

Nu denk je misschien: mens waar doe je moeilijk over. Beter een goeie buur dan een verre vriend, nietwaar? (Als je eens wist hoe vaak ik dat gezegde vanwege mijn achternaam als “grap” te horen krijg…) Maar met een nogal waaks hondje en een thuiswerkberoep waar concentratie voor nodig is, heb ik er toch echt genoeg van. Het is vooral de volstrekte vanzelfsprekendheid waarmee zij ons als het dichtstbijzijnde afhaalpunt ziet die me stoort.

 

Daarom glimlach ik nu niet meer als ze voor de deur staat om haar aankopen op te halen. Kinderachtig, ik weet het en het stomme is dat ik er alleen mezelf mee heb. Plus mijn man en dochter, die ik heb besmet met mijn ergernis. Want dat is wat negatieve vibraties doen, die springen over als virussen.

 

Ik las ooit het boek van Vonne van der Meer, ‘Ik verbind u door’, een verhaal dat gaat over de desastreuze gevolgen van een rothumeur. Het chagrijn van één man wordt van persoon tot persoon doorgegeven en krijgt onderweg een steeds krachtiger, uiteindelijk niet te stoppen effect. Wat ergens in de ochtend begint met een onbenullige lichte wrevel, eindigt door het sneeuwbaleffect, aan het einde van de dag aan de andere kant van het land, in moord. Iedere verwoestende lawine is begonnen met een ogenschijnlijk onschuldig vlokje.

 

Een mooi verteld verhaal waar ik nu weer aan denk. Wil ik verantwoordelijk zijn voor zulke slechte energie?

 

Het stomme is dat ik juist zo opknap van vrolijke mensen op straat, van gezellige caissières, kletsgrage garderobe-medewerkers, joviale buschauffeurs. Alsof jij de eerste bent aan wie ze een kaartje verkopen, alsof het Beyoncé is die ze naar Purmerend mogen rijden.

 

Mensen die niet het meeste afwisselende werk doen, er slecht voor betaald krijgen maar er desalniettemin ieder uur van de dag, alle dagen van het jaar iets van maken. Zulke mensen zorgen dat je met een glimlach de deur uit loopt. De vriendelijkheid en goeie zin die zij uitstralen is ook besmettelijk.

 

Mijn buurvrouw adviseerde me, als ik het storend vond haar aankopen aan te nemen, het aanbellen van de bezorgers dan gewoon te negeren. Niet opendoen voor die arme bezorgers die zo hard moeten werken dat ze soms niet eens tijd hebben om naar de wc te gaan (dit schijnt echt waar te zijn!), nee, dat leek me geen optie.

 

Ik probeer vanaf vandaag mijn ergernis om te buigen in positieve energie door breed te blijven lachen, in ieder geval naar die meestal opgewekte bezorgers. En wie weet, als ik de smaak te pakken heb, morgen ook weer naar de buurvrouw.

 

 

 

Door: Esther Goedegebuure