‘Reken maar dat wij daar spijt van hebben!’

 

 

‘Het is niet eens een gehucht te noemen, het stiltebied waar wij wonen. Drie boerderijen op een landweg en dat is het dan. De boerderij tegenover ons werd een jaar of vier geleden verkocht door de boer die hier tot het laatst aan toe vee had gehouden. De nieuwe eigenaren, een yuppenstel uit de Randstad, zou alle stallen ombouwen tot vakantieappartementen. Daar schrokken wij nogal van. Hoewel de gedachte aan feestende vakantiegangers ons wakker hield konden we weinig ondernemen omdat de vergunningen al rond waren.

 

Toen de renovatie begon werd er op een dag een busje Poolse bouwvakkers voorgereden die hun intrek namen in het hoofdhuis en dag in dag uit van vroeg tot laat aan het klussen sloegen. Onder het motto dat tijd geld is, was de eigenaar niet aan te spreken op de werktijden van die mannen. Hij zou er weliswaar voor zorgen dat er op zondag niet gewerkt werd, maar alle andere dagen van de week ging de bouw gewoon door. Omdat mijn man het vermoeden had dat deze mensen zwart werkten, seinde hij de gemeente in. Na een week of wat kregen we bericht dat we het bij het verkeerde eind hadden omdat deze Polen gewoon op de loonlijst van het bedrijf van de eigenaar bleken te staan. De betreffende ambtenaar zou desondanks even poolshoogte gaan nemen – want zo gaat dat in een gemeente van ons kent ons – en bij die controle werd asbest gevonden dat niet volgens de regels gesaneerd was. Dat geschil liep zo uit de hand dat de eigenaar uiteindelijk voor de rechter moest komen.

 

Die rechtszaak haalde de lokale krant en de dag dat de eigenaar werd veroordeeld tot een taakstraf sprak iedereen ons aan op straat. Soms lachend. Soms helemaal niet. Een kennis uit het dorp verweet ons NSB-praktijken en zei dat ze in het vervolg wel tien keer zou nadenken voordat ze ons iets zou toevertrouwen. Iemand anders vroeg zich af hoe we iemand zo konden schaden – bij een taakstraf hoort immers een strafblad – terwijl we zo veel ruimte en privacy hebben dat een paar gasten ons onmogelijk in de weg zouden kunnen zitten.

 

Die gasten zijn er inmiddels. Elke week weer andere en de meeste zijn inderdaad aardig en rustig omdat ze komen om van de omgeving te genieten en niet om te feesten. Maar tussen ons en de nieuwe eigenaar komt het nooit meer goed en in het dorp zal iedereen zich tot in lengte der dagen herinneren wat wij deze man hebben aangedaan. Bezint eer ge begint, is het niet voor niets. Want reken maar dat wij spijt hebben.’

 

Marits naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.