‘Maakt niet uit wat haar man haar voor de voeten werpt en hoe grof het wordt. Altijd maar lachen.’

 

 

 

‘Dat ‘die’ niet wil werken, zei haar man laatst, doelend op haar. ‘Nooit gedaan ook.’ Maar dat ze wel wil dat hij elke avond om zes uur thuiskomt en niet te vroeg opstaat om achter in de file aan te sluiten omdat hij haar dan wakker maakt – en dat ze natuurlijk geen zin heeft om op een christelijk uur uit haar nest te moeten komen. ‘Die wil dus echt alles maar vertikt het om er iets voor te doen. Alleen maar ikke-ikke die vrouw van mij.’ Wij, mijn man en ik, stonden erbij en keken ernaar. Plaatsvervangend verlegen en ongemakkelijk met de situatie. Wij wel. Zij klaarblijkelijk niet. Ze wapperde met haar lange blonde haar – een standaardmaniertje van haar -, lachte haar prachtige tanden bloot en schaterde het uit alsof er net een steengoeie mop was verteld.

 

Een wederzijdse vriendin vertelde ons laatst totaal over haar toeren en in tranen dat haar man een ander heeft en wil scheiden. Terwijl ik bijna met haar mee ging huilen en haar omhelsde hoorde ik naast me weer die lach. Ik zei er wat van. Dat ik het superirritant en niet gepast vond om nu te gaan staan lachen. Ze hield zowaar op met ginnegappen en sloeg ook haar armen om onze vriendin heen. Totdat ze met haar armbandje in haar trui bleef haken. ‘Hoe ga ik dit nou weer uitleggen?’ En weer die stomme lach. Ik zei dat het nu even helemaal niet om haar draaide. ‘Sorry’, zei ze. Dat wel. En toen weer dat gebaartje met haar haar en die brede lach op niks af.

 

Mijn ergernis hierover is niet van de laatste tijd. Daarom heb ik het maar eens bij haar aangekaart en gevraagd hoe zij het toch steeds voor elkaar krijgt om elke pijnlijke situatie weg te wuiven en weg te lachen.

 

‘Weet ik niet eigenlijk’, was haar antwoord. En dat ze zich er eigenlijk niet zo bewust van was. Natuurlijk weer die lach. ‘Dit dus’, zei ik en het klonk bitser dan ik bedoelde. ‘Oh ja’, zei ze en toen niets. Ik kan me er met de grootse moeite niets bij voorstellen dat ik elke keer maar zou lachen als iemand me beledigt of als een ander verdrietig is. Zo ongemakkelijk met de situatie dat je zelfs geen greintje empathie meer op kunt brengen? Zo met jezelf bezig dat al het andere je niet meer deert? Of zo afgestompt dat niets meer binnenkomt? Wat de reden ook is, die maakt het er niet minder irritant om en het zal niet veranderen ook.’

 


Dominiques naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.