Doe ik het met of zonder
De Nationale Week Zonder Vlees roept iedereen in Nederland op om geen vlees te eten. Gek genoeg heb ik daar geen Week Zonder Vlees voor nodig.
Ik weet niet hoe het met jou zit, maar iedere keer als ik moet bedenken wat ik eens zal eten, ben ik bezig met de vraag ‘doe ik het met of zonder’. Want sinds ik laatst op Netflix de documentaire The Gamechangers heb gekeken, ben ik meer en meer geneigd om het vlees maar helemaal te skippen.
Even in het kort: In The Gamechangers worden de voordelen van plantaardig eten uitgelegd. Topatleten presteren vele malen beter als ze besluiten om geen vlees meer te eten en volledig over te gaan op een plantaardig dieet.
Nu ben ik geen topatleet, ga ik ook niet meer worden. Maar de documentaire zette me wel aan het denken. Of ik nu meega in deze vleesloze hype of niet, een beetje bewuster boodschappen doen vind ik zo gek nog niet. Dus sta ik te dralen voor het schap met karbonaadjes en rundersaucijzen. Bestudeer ik het aantal sterren op de verpakking. Ga ik ook nog even koekeloeren bij het vegetarische aanbod en ben ik vervolgens stomverbaasd dat ik de vleesloze kipstuckjes toch wel heel erg lekker vind.
Ik ben dus een beetje in de war. Want als kleindochter van een heuse slager weet ik niet beter of er ligt dagelijks een lekker stukje vlees op mijn bord. Maar de afgelopen jaren werd dat stukje vlees wel steeds kleiner. En inmiddels eet ik het nog maar zo’n drie keer in de week.
Maar is dat niet hypocriet van mezelf? Want ik word nog steeds verliefd op een mooie leren tas of fijne leren laarsjes. En ik ben heel blij als ik ’s avonds onder mijn donzen dekbed kruip.
Mijn existentiële crisis gaat dus verder dan mijn dagelijkse kost. Ook weer iets om over na te denken.
Maar ik moet het ook niet overdrijven. En iedereen mag lekker zelf weten wat ie doet. Met of zonder. Daar kan geen Nationale Week van het een of ander tegenop. Want natuurlijk blijf je wel de baas over je eigen bord, nietwaar?