‘Die boot is de nagel aan mijn doodskist’

 

Nu de kinderen de deur uit zijn hebben Janine en Bas meer tijd voor elkaar. Maar de nieuwe hobby van haar man zorgt voor heel veel spanning in hun relatie.

 

 

 

‘Toen onze jongste een paar jaar geleden naar zijn eigen huisje vertrok werd ons huis veel te groot. De lege kamers die eigenlijk nodig opgeknapt moesten worden, het onderhoud aan het huis en de tuin die ook wel een opfrisbeurt kon gebruiken waren ons een doorn in het oog. Wilden we dat eigenlijk nog wel? Werd het niet eens tijd dat we meer gingen genieten van onze vrijheid? En als we het huis zouden verkopen en naar een appartement zouden gaan hadden we een flinke overwaarde die we konden gebruiken om samen leuke dingen te gaan doen. Waarom wachten tot ons pensioen als we nu nog fit genoeg zijn om van alles te ondernemen?

 

Bas had al jaren een grote droom: een eigen zeiljacht. Niet te groot, met vier slaapplaatsen zodat we ook met vrienden zouden kunnen varen. We reden stad en land af voor een mooie tweedehands boot en een plek in een jachthaven. Uiteindelijk vond Bas een mooie boot die wel aan een opknapbeurt toe was. Daar zou wel wat tijd in gaan zitten, maar dan werd het wel zijn droomschip. Maandenlang was hij ieder weekend in de loods aan het werk en zat ik in mijn eentje thuis. Niet bepaald wat ik in mijn hoofd had toen we de boot kochten. Maar eenmaal opgeknapt zouden we ieder weekend samen of met vrienden gaan varen.

 

Om met de boot te kunnen navigeren had Bas ook vaarbewijzen nodig en sowiewo was het niet onverstandig om zijn kennis over het varen weer een beetje op te vijzelen. Hij had vroeger samen met zijn broer een zeilbootje gehad, maar dat was toch wel andere koek dan deze boot. Dus ging hij op zoek naar een instructeur om het zeilen weer onder de knie te krijgen. En weer was ik weekenden lang alleen thuis.

 

De eerste keer dat we met z’n tweetjes de jachthaven uitvoeren het IJsselmeer op was ik zo blij. Eindelijk was het zover, meer tijd voor ons samen. Maar het werd een behoorlijke teleurstelling. Als Bas instructies gaf deed ik het blijkbaar niet goed en de boot was veel groter dan ik dacht. In het verleden had ik wel gevaren, maar dat was op kleine open zeilbootjes en niet op een kajuitjacht zoals dit. Eerlijk gezegd vond ik het best wel eng.

 

Toen in de loop van de middag de lucht betrok en het uit het niets opeens heel hard ging waaien wilde ik in de kajuit schuilen, maar ik kon Bas niet in zijn eentje op het dek laten. Hij had mijn hulp hard nodig. Door de harde wind lag de boot heel schuin op het water en op een gegeven moment struikelde ik over een van de lijnen en sloeg ik bijna overboord. Ik kon me nog net vastgrijpen.

 

Doodmoe kwam ik thuis, dat nooit meer, dacht ik. Het liefst wilde ik meteen van de boot af want wat had ik me daarin vergist. Een beetje dobberen in de zon vond ik wel leuk maar het varen met windkracht 5 vond ik verschrikkelijk. Bas snapt er helemaal niets van want ik wilde dit toch ook? We zouden het toch samen gaan doen? Het zorgde voor de nodige spanning tussen ons want ik wilde geen voet meer op die boot zetten. Bas was niet van plan om zijn droom op te geven en ging daarom vaak met een van zijn vrienden varen. Ik bleef dan thuis.

 

Dit weekend wordt de boot weer uit de winterstalling gehaald en klaargemaakt voor het nieuwe seizoen. Inmiddels voelt dat schip als een nagel aan mijn doodskist en ik weet niet hoe ik er ooit nog vanaf kom. Ik zie er tegenop om weer veel weekenden alleen te zijn, maar de ruzies om Bas te bewegen om die rottige boot te verkopen vind ik nog veel erger.’