‘Ik vraag wat ik al weet. Of hij zit te janken aan de telefoon. Was ik echt zo bitchy dat ik een volwassen vent aan het huilen heb gebracht?

 

Ik probeer het aardig te zeggen. Zo aardig mogelijk. Dat ik het niet zo bedoelde. Althans niet zo bot. Ik hoor hoe hij zijn neus ophaalt en inademt. ‘Nee,’ zegt hij dan. ‘Nee?’ Het is niet wat ik denk, zegt hij – alsof ik zelf nog weet wat ik denken moet. ‘Oh?’ Wat ik zei over zijn ex-vrouw en zijn dochter, zegt hij. Dat raakte hem. Niet dat ik geen gelijk heb hoor. Hij heeft het inderdaad zelden over zijn ex en hij heeft vrijwel geen contact met zijn dochter. Hij zou heel graag willen dat dat anders was, maar er is een probleem.

 

Dit gaat nog wel even duren, ben ik bang, dus loop ik naar de ijskast voor wijn. ‘Moet ik nu vragen stellen?’ vraag ik terwijl ik mijn glas veel te vol giet. ‘Mijn ex is ziek,’ zegt hij dan. De tranen zwellen weer aan. ‘Ziek als in ongeneeslijk ziek? Terminaal?’ Nee. Zijn ex is op een andere manier ziek, zegt hij. Lijdt aan een bipolaire stoornis die bij tijd en wijle zo ernstig is dat ze opgenomen wordt. Vaak gedwongen opgenomen, wat heel wat wil zeggen in Nederland.

 

Hier heb ik niet van terug! Ik heb mijn glas notabene al bijna leeg.

 

Vanaf het moment dat hun dochter geboren werd, had de ziekte zich geopenbaard. Hij klinkt wat rustiger nu. Dat blijkt wel vaker te gebeuren onder invloed van hormonen. Er was geen land met haar te bezeilen. Ze dreigde zichzelf wat aan te zullen doen en keek niet om naar hun baby. Iedereen hoopte dat het tijdelijk zou zijn, een postnatale depressie. Maar het was niet tijdelijk, ging niet over. De beslissing om van haar te gaan scheiden, dat was het meest afschuwelijke wat hij ooit meemaakte. Maar hij kon niet anders. Kan ik het me voorstellen? Ruim vijf jaar hield hij het vol. Voor haar zorgen, al haar buien over zich heen laten komen, in zijn eentje de zorg voor hun dochter. En dan ook nog gewoon zijn werk.

 

Allemachtig, wat een verhaal!

 

‘En nu? Is ze nu ook opgenomen?’ Ze heeft een nieuwe man gevonden, zegt hij. Hoe die het volhoudt is hem een raadsel, maar hij is al een aantal jaren met haar samen. De laatste twee jaar is ze niet meer opgenomen voor zover hij weet. Hij zou heel graag weer eens met haar praten. Kijken hoe het met haar is. Maar ze houdt hem verantwoordelijk voor wat haar is overkomen. Alsof het allemaal zijn schuld is. Ze weigert elk contact, wat hij ook probeert. Dat is dus de reden waarom hij het zelden over haar heeft. ‘Snap je?’

 

Ik denk dat het begint te dagen. Alleen snap ik niet goed waarom hij zijn dochter ook vrijwel niet ziet. Alsof ik op een knop heb gedrukt begint hij weer te huilen. Zijn dochter namelijk… ‘Ja?’ ‘Zij heeft precies hetzelfde als haar moeder.’’

 

Anna Maria is 48, moeder van een dochter van vijftien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.