‘Alsof hij het heeft geroken, staat hij opeens op mijn stoep, mijn ex. ‘Lang geleden, zeg. Ik ging me al zorgen maken.’ Ik merk dat ik blij word van zijn verschijning die zowat mijn hele deuropening vult. We zoenen elkaar.

 

 

Drie keer – rechts, links, rechts – alsof we elkaar nooit anders dan zo hebben begroet. Hij klopt op mijn rechterschouder. Dat is wat hij doet als hij niets achter hoeft te houden, een schouderklopje alsof het een hond betreft. Ik vraag hem hoe het leven staat. Hij haalt zijn schouders op zonder woorden en vraagt me wat hij ervan zeggen zal. ‘En jij? Alles goed hier en met de liefde?’ Ook ik haal mijn schouders op. ‘Wat zal ik ervan zeggen?’ En dan lachen we allebei. Hij stelt voor dat we ook niets kunnen zeggen en gewoon wat te drinken kunnen pakken om te vieren dat de vijf in de klok zit en het donderdag is. En omdat sommige dingen nooit veranderen loopt hij me, zonder mijn antwoord af te wachten, alvast voor naar het balkon waar de vroege avondzon de rand van de balustrade al aantikt en snel verder zal oprukken richting de gevel.

 

Als ik voor hem langs reik, pakt hij mijn hand. Heel snel, heel onverwacht en heel fijn pakt hij mijn hand en trekt me dan, maar nu wel langzaam, op zijn schoot. Ik kijk hem aan, verbaasd, en schuif dan een klein stukje op om makkelijker te zitten. Aan de overkant komt iemand het balkon op en blijft even staan om ons te beloeren. Het kan me niets schelen, dat we worden gezien. Zonder erbij na te denken buig ik naar hem toe. Nog steeds zonder erbij na te denken sta ik weer op en loop ik, zijn hand weer pakkend, de keuken weer in en naar de gang. Hoe we de slaapkamer hebben bereikt en of we daarbij ook maar één woord hebben gewisseld, kan ik me achteraf niet herinneren.

 

Wat ik me herinner is dat de seks vertrouwd was, dat hij ietsje meer vet rond zijn taille heeft gekregen, dat zijn geur nog onveranderd is en dat ik onder het vrijen met een schok bedacht dat ‘mijn lief’ lekkerder en frisser ruikt en dat seks met mijn ex eigenlijk niet al te veel voorstelde, hoewel die in niets verschilde van hoe die altijd al was. Dus dat de seks tussen ons blijkbaar al nooit al te veel voorstelde. Na afloop trokken we onze kleren weer aan en gingen aan de wijn alsof er niets was voorgevallen. We keken elkaar aan toen we proostten. ‘Toch leuk!’ zei hij. ‘Wat zal ik ervan zeggen,’ zei ik.’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans