‘Vriendin M. heeft zich laten optrommelen om de perikelen met mijn lief te evalueren, want als het erom spant kun je steevast op haar rekenen… Lees verder
Zoek resultaten:
118 artikelen bevatten 'echtscheidingsperikelen'
‘Twaalf en veertien zijn ze dus, zijn jongens en hij moet me iets over ze vertellen wat ik niet persoonlijk moet nemen maar waar ik toch maar alvast van schrok… Lees verder
‘‘Mijn dochter wil je zien.’ We zijn een soort van naar de bioscoop geweest, mijn lief en ik. Samen hand en hand in het donker maar nog voordat de film goed en wel begonnen was al helemaal niet meer in voor het verhaal en na een zacht ‘zullen we ‘m gewoon peren?’ Lees verder
‘We zitten nog steeds aan de keukentafel, mijn grote kleine dochter en ik. De mooiste gesprekken ontstaan spontaan uit het niets, weet ik inmiddels uit ervaring… Lees verder
‘Je moet je niet gek laten maken door pappa, hoor mam!’ Ze was boven op haar kamer toen ik tegen haar vader schreeuwde dat ie moest opflikkeren… Lees verder
‘En weer duikt ie ineens op, mijn ex. Dit keer bij mij thuis en omdat hij toevallig in de buurt was, is het verhaal. Alsof hij niet om de haverklap toevallig in de buurt is omdat hij nu eenmaal toevallig in de buurt woont… Lees verder
‘Net als ik erover twijfel om zijn hand te pakken – het is per slot van rekening op klaarlichte dag in mijn eigen buurtje waar ik weet ik veel wie zo maar tegen het lijf kan lopen – slaat hij zijn arm om me heen… Lees verder
‘Dus we hebben allebei een rugzakje en nu is het maar afwachten.’ Hij trekt me tegen zich aan en frunnikt aan mijn haar. Lees verder
‘‘En Jij?’ Er is zoveel te vertellen dat het telkens nachtwerk wordt. Vandaag waren onze scheidingen aan bod… Lees verder
‘Dus je bent echt niet verliefd? Of niet echt?’ vraagt vriendin M. ‘Alleen maar gelukkig…’ Lees verder
‘We zitten aan de keukentafel en drinken koffie. Hij is vannacht voor het eerst blijven slapen. Ik kijk naar hem. Hij glimlacht terug, staat dan op en trekt me omhoog uit mijn keukenstoel… Lees verder
‘‘We kunnen óf dronken worden óf nu weggaan’, zegt hij. Twinkelen zijn ogen nou echt of zie ik mijn spiegelbeeld? Lees verder
‘We zitten aan een tafeltje bij het raam en weten alle drie niet goed wat te zeggen. Ik niet omdat ik me beschaamd voel dat ik getuige was van deze intrieste crematie zonder toespraken en zonder tranen… Lees verder
‘Ze vraagt of ik met haar mee wil gaan naar zijn crematie. Ze vindt dat ze er niet weg kan blijven – al is dat maar voor zijn moeder en zijn dochter – maar wil daar niet alleen staan… Lees verder
‘Waarom stapte hij er niet uit toen we nog niet gescheiden waren? Dan was ik niet de helft van mijn huis, mijn erfenis, mijn pensioen aan hem kwijtgeraakt.’ Lees verder
‘Ik wil verder met mezelf en met mijn werk en mijn dochter en mijn vrienden. Ik wil niet meer tobben over what if en de kok en zijn fratsen.’ Lees verder
‘‘Hij weet precies hoe hij onder je huid moet kruipen hè?’ Ze vroeg of ze moest komen toen ik haar belde, huilend… Lees verder
‘Doodgemoedereerd zit hij op het bankje van de buren verderop. Alsof er niets is voorgevallen daar in die kroeg en hij zich helemaal nergens voor hoeft te schamen… Lees verder
‘De kastelein was met de kok meegelopen tot op de stoep. Een soort uitgeleide uit voorzorg. Met een ‘van het huis, voor de schrik’ had hij twee verse wijntjes voor ons neergezet en gezegd dat hij het wel hoorde als we ‘m nodig hadden… Lees verder
‘Liegen en bedriegen dus. Dat is het enige wat je met zekerheid over de kok kan zeggen. En dan heb ik vast nog lang niet alles gehoord, want vanavond staat er een vervolg met zijn ex gepland… Lees verder
‘Vriendin M. heeft zich laten optrommelen om de perikelen met mijn lief te evalueren, want als het erom spant kun je steevast op haar rekenen… Lees verder
‘‘Mijn dochter wil je zien.’ We zijn een soort van naar de bioscoop geweest, mijn lief en ik. Samen hand en hand in het donker maar nog voordat de film goed en wel begonnen was al helemaal niet meer in voor het verhaal en na een zacht ‘zullen we ‘m gewoon peren?’ Lees verder
‘Je moet je niet gek laten maken door pappa, hoor mam!’ Ze was boven op haar kamer toen ik tegen haar vader schreeuwde dat ie moest opflikkeren… Lees verder
‘Net als ik erover twijfel om zijn hand te pakken – het is per slot van rekening op klaarlichte dag in mijn eigen buurtje waar ik weet ik veel wie zo maar tegen het lijf kan lopen – slaat hij zijn arm om me heen… Lees verder
‘‘En Jij?’ Er is zoveel te vertellen dat het telkens nachtwerk wordt. Vandaag waren onze scheidingen aan bod… Lees verder
‘We zitten aan de keukentafel en drinken koffie. Hij is vannacht voor het eerst blijven slapen. Ik kijk naar hem. Hij glimlacht terug, staat dan op en trekt me omhoog uit mijn keukenstoel… Lees verder
‘We zitten aan een tafeltje bij het raam en weten alle drie niet goed wat te zeggen. Ik niet omdat ik me beschaamd voel dat ik getuige was van deze intrieste crematie zonder toespraken en zonder tranen… Lees verder
‘Waarom stapte hij er niet uit toen we nog niet gescheiden waren? Dan was ik niet de helft van mijn huis, mijn erfenis, mijn pensioen aan hem kwijtgeraakt.’ Lees verder
‘‘Hij weet precies hoe hij onder je huid moet kruipen hè?’ Ze vroeg of ze moest komen toen ik haar belde, huilend… Lees verder
‘De kastelein was met de kok meegelopen tot op de stoep. Een soort uitgeleide uit voorzorg. Met een ‘van het huis, voor de schrik’ had hij twee verse wijntjes voor ons neergezet en gezegd dat hij het wel hoorde als we ‘m nodig hadden… Lees verder
‘Twaalf en veertien zijn ze dus, zijn jongens en hij moet me iets over ze vertellen wat ik niet persoonlijk moet nemen maar waar ik toch maar alvast van schrok… Lees verder
‘We zitten nog steeds aan de keukentafel, mijn grote kleine dochter en ik. De mooiste gesprekken ontstaan spontaan uit het niets, weet ik inmiddels uit ervaring… Lees verder
‘En weer duikt ie ineens op, mijn ex. Dit keer bij mij thuis en omdat hij toevallig in de buurt was, is het verhaal. Alsof hij niet om de haverklap toevallig in de buurt is omdat hij nu eenmaal toevallig in de buurt woont… Lees verder
‘Dus we hebben allebei een rugzakje en nu is het maar afwachten.’ Hij trekt me tegen zich aan en frunnikt aan mijn haar. Lees verder
‘Dus je bent echt niet verliefd? Of niet echt?’ vraagt vriendin M. ‘Alleen maar gelukkig…’ Lees verder
‘‘We kunnen óf dronken worden óf nu weggaan’, zegt hij. Twinkelen zijn ogen nou echt of zie ik mijn spiegelbeeld? Lees verder
‘Ze vraagt of ik met haar mee wil gaan naar zijn crematie. Ze vindt dat ze er niet weg kan blijven – al is dat maar voor zijn moeder en zijn dochter – maar wil daar niet alleen staan… Lees verder
‘Ik wil verder met mezelf en met mijn werk en mijn dochter en mijn vrienden. Ik wil niet meer tobben over what if en de kok en zijn fratsen.’ Lees verder
‘Doodgemoedereerd zit hij op het bankje van de buren verderop. Alsof er niets is voorgevallen daar in die kroeg en hij zich helemaal nergens voor hoeft te schamen… Lees verder
‘Liegen en bedriegen dus. Dat is het enige wat je met zekerheid over de kok kan zeggen. En dan heb ik vast nog lang niet alles gehoord, want vanavond staat er een vervolg met zijn ex gepland… Lees verder
Meer lezen