‘Toen ik ooit met hem trouwde dacht ik met mijn ex oud te kunnen worden. En nog tot lang daarna was er geen enkele reden om eraan te twijfelen dat dat zou lukken.

 

 

Nadat ik er niet meer omheen kon dat die droom uit was, zou het nog heel lang duren voordat mijn houden van minder intens was geworden. En eerlijk? Het is nooit echt overgegaan, want in a way hou ik nog steeds van hem. Niet meer als mijn man, maar als wie hij voor me was, degene waar ik destijds voor viel, de vader van mijn kind, de mens die hij is. Ik word daar vaak niet om begrepen, dat ik niet ben gaan haten en afwijzen maar ben blijven koesteren. Want iemand die je belazerd heeft verdient het niet om gekoesterd te blijven maar moet net zo hard worden uitgegumd als hij zelf uitgumde.

 

Is het eenzelfde zwak voor zijn ex dat mijn lief heeft? Eenzelfde niet kunnen haten, niet kunnen uitgummen? Want als dat het is hoor ik er geen vragen over te stellen, niet aan hem te gaan lopen twijfelen en het niet moeilijker te maken dan het al is. Alleen is er één groot verschil tussen zijn ex en mijn ex en dat heeft te maken met gunnen. Mijn ex gunt mij het beste en gaat er niet voorliggen als het geluk op mijn pad komt. Mijn ex geeft desnoods toe dat hij het minder vanzelfsprekend vindt om mij met iemand anders te zien dan hij zou willen, maar hij laat me wel. Zijn ex doet dat niet. Zij speelt met mijn lief, maakt het hem moeilijk als het ook makkelijk kan, gunt hem het licht in de ogen niet, en hij op zijn beurt laat zich zand in de ogen strooien.

 

Ik weet niet wat ik moet denken van een man die zijn mannetje niet staat. Weet niet hoe ik op eenzelfde intense manier als ik gewend ben moet houden van een man die hoe dan ook toch – en het doet me pijn om het zo te noemen – met zich laat sollen door een vrouw die ervoor koos zijn vrouw niet meer te zijn – en twee kinderen die een trap onder hun hol in plaats van zijn geschipper verdienen. Toen ik hem leerde kennen, mijn lief, op die rare crematie op die asgrijze voorbije januaridag, toen dacht ik dat dit ‘m weleens zou kunnen zijn. Hij was zó mijn man, zei ik tegen mezelf toen ik hem kort daarop met zijn handen in zijn broekzakken mijn straat over zag steken onderweg naar de Franse bakker voor ons eerste ontbijtje na onze eerste nacht.

 

Maar ik weet het niet meer met hem. Om de simpele reden dat ik niet weet wat ik moet denken van een man die zijn mannetje niet staat, weet ik het niet meer.’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.