‘Dus je bent echt niet verliefd? Of niet echt?’ vraagt vriendin M. ‘Alleen maar gelukkig.’

 

 

‘Yep!’

 

‘Twee kinderen, zei je, dat hij heeft?’

 

‘Jongens. Van twaalf en veertien.’

 

‘Co-ouderschap?’

 

‘Yep!’

 

‘Jong nog. Zijn jongens. Daar ben je nog wel even mee onderweg.’

 

‘Dus?’

 

‘Je weet toch nooit hoe dat gaat? Maar die gezellige Brady Bunch, daar zou ik niet blind op gaan als ik jou was. Schijnt toch vaak hommeles te zijn, die samengestelde gezinnen.’

 

En dan te bedenken dat er niemand zo weinig verstand van kinderen heeft als vriendin M. en dat het voor het concept ‘samengesteld gezin’ toch echt nog wat vroeg is – al zou ik liegen als ik zou zeggen dat ik er nog niet over nagedacht heb en dat het zelfs al door mijn hoofd is gegaan dat mijn huis in ieder geval te klein is voor twee kinderen extra en dat zijn huis een gevalletje ik-weet-nog-niet-wat-ik-daarvan-vind is. 

 

Ik was er vorige week toen het de week van zijn ex was om de kinderen te hebben. Na de scheiding was hij blijven wonen in wat eerst hún huis was omdat hij de middelen had om haar uit te kopen en niet omgekeerd. Dat is nu al bijna vijf jaar geleden. En toch leek het alsof ze er nog elk moment binnen kon komen hobbelen, die ex van hem. Hij had zich voorgenomen om dingen te veranderen, te verbouwen, maar dat was er nog niet van gekomen. Alleen het bed, dat had hij vervangen. En ja, ook het beddengoed, dus als ik wilde kon ik gewoon blijven. ‘Neutraal terrein!’ En hij had me weer tegen zich aangetrokken en zijn neus in mijn nek gelegd met zijn ademhaling geruststellend vlak bij mijn oor.

 

‘Natuurlijk blijf je,’ had hij gezegd. En toen met zijn handen onder mijn trui: ‘want wie kan mij nou weerstaan?’ Ik kon hem niet weerstaan, nee. Ik wilde het ook niet en hoefde het ook niet omdat mijn dochter bij haar vader was. Met alle kinderen bij onze exen kon deze avond niet meer stuk. ‘Wilde seks?’ vroeg hij, lachend, terwijl hij in de ijskast stond te rommelen op zoek naar een flesje om mee in de stemming te komen. ‘Dampende seks!’ Ik lachte er ook bij. ‘Nee toch?’ Hij had me aangekeken toen hij dat zei. Ik begreep hem even niet. Hij vond me te lief om onstuimig mee te zijn, had hij gezegd. En hij was zo blij met wat we nu al samen hadden dat hij dat met de grootst mogelijke zorg wilde behandelen. ‘Héél voorzichtig zodat er niets stuk kan gaan van wat nog een leven lang mee moet.’ Het had daarna nog geen drie minuten geduurd voordat we boven waren en in zijn bed lagen. Een nieuw bed met fris beddengoed dat er gisteren vast nog niet op had gelegen, schatte ik zo in.

 

‘Vuile mazzelpik,’ zegt vriendin M. ‘Maar het is je gegund!’

 

Anna Maria is 49, moeder van een dochter van zestien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.