De nagelstudio

Britt heeft een gezellige en goedlopende nagelstudio. Maar door een keuze van een van haar werknemers staat de toekomst van haar zaak op het spel…

 

 

 

‘‘Hebben jullie een gezellige avond gehad?’ vraagt Sheila. Ze is een van de twee collega’s in mijn nagelstudio. Eigenlijk zijn het mijn werknemers, maar ze voelen als fijne collega’s, vriendinnen zelfs, want we werken inmiddels al zo lang samen in mijn nagelsalon. Ik besluit maar te doen alsof er niets aan de hand is, maar Paulette, mijn andere nagelstylist weet wel beter.

 

Terwijl ik de handen van de eerste klant pak kijk ik even om me heen. Ik was zo blij dat we weer aan het werk mochten na een lange periode waarin we gedwongen dicht moesten vanwege het virus, en dat de klanten ons nog wisten te vinden. Gelukkig hield de steun van de overheid mijn bedrijf overeind. Zo kon ik de huur van het pand en het salaris van Sheila en Paulette blijven betalen. Dat ik er als eigenaar wat spaargeld op toe moest leggen, dat was dan maar zo.

 

Sinds we weer open zijn is corona en de vraag of je wel of geen prik neemt hier natuurlijk het gesprek van de dag. Voor mij was dat totaal geen probleem. Om mezelf en mijn klanten te beschermen wilde ik die prik liever gisteren dan vandaag. Dat ik de eerste inmiddels heb gekregen, geeft me al zo’n gerust gevoel. Sheila dacht er precies hetzelfde over, maar Paulette ziet het heel anders.

 

Ze weigert om allerlei voor mij onbegrijpelijke redenen om een afspraak te maken. Bang voor de bijwerkingen en allerlei broodje-aapverhalen die ze op internet heeft gelezen. De afgelopen maanden heb ik al verschillende keren een pittig gesprek met haar gehad over haar keuze die nogal wat consequenties voor mijn studio kan hebben. Want als ze ziek wordt door corona moet ik wel haar salaris doorbetalen. En wat nou als het haar heel erg te grazen neemt en ze maanden thuis zit om te herstellen? Dan ben ik niet alleen heel veel geld kwijt aan iemand die niet kan werken maar ook aan iemand die haar vervangt.

 

Het nieuws dat Paulette tegen vaccinatie is, ging al als een lopend vuurtje door mijn klantenkring. Sommige dames willen niet meer door haar geholpen worden of komen al weken niet meer terwijl ik weet dat hun nagels weer bijgewerkt moeten worden. Zij zijn nog niet volledig gevaccineerd en durven het risico niet te lopen om alsnog ziek te worden als ze in de studio in de buurt van Paulette moeten zitten. Ergens heb ik daar begrip voor, maar het maakt me ook heel erg boos. Haar keuze kost mij mijn omzet en het is nog maar de vraag of deze dames naar me terugkomen als ze wel hun tweede prik gekregen hebben.

 

Gisteren heb ik gevraagd of Paulette na werktijd nog even wilde blijven. Ik hoopte dat we door een redelijk gesprek toch tot een oplossing zouden komen, maar de sfeer werd al snel heel grimmig. Toen heb ik haar maar de keuze gegeven: of ze neemt toch de prik en we hebben het nergens meer over, of ze doet het niet, maar dan ligt het risico als ze ziek wordt helemaal bij haar. Iedere dag dat ze niet aan het werk kan betaal ik haar dan nog maar dertig procent van haar salaris. Want het zou toch een mooie boel zijn dat ik haar keuze, waar ik totaal niet achter kan staan, moet financieren. Ik kan niet een nieuwe nagelstylist inhuren en er eentje betalen die door corona niet kan werken. Uiteindelijk zal de rechter zich dan moeten uitspreken of ik Paulette in het ergste geval dan mag ontslaan, maar tot die tijd weet ze hoe ik er als werkgever in sta.

 

Vanmorgen was ze er gewoon weer en doen we al de hele dag alsof er niets aan de hand is. Maar de sfeer is om te snijden. Af en toe zie ik klanten al verbaasd mijn kant op kijken, zij hebben heus wel in de gaten dat er wat aan de hand is. Ik hoop dat Paulette de komende weken nog bijdraait en begrijpt dat het mij menens is. Want ik heb niet al die jaren gewerkt om mijn zaak naar de knoppen te zien gaan door de voor mij onbegrijpelijke keuze van een ander.’