De moeder van Nicky

Ik kan alleen maar aan haar denken. Haar leven. Dus je zoon verdwijnt in 1998. Twintig lange jaren volgen. Jaren van hoop. Van vrees. Dan komt het “verlossende” telefoontje. Jos Brech is gevonden. Nu de rechtszaak nog. En de bekentenis…

 

 

Je bracht hem weg, naar een jeugdkamp. Je zei dat hij wel voorzichtig moest doen. En een beetje op tijd naar bed moest. Je was nog teruggelopen voor een laatste kus. Daar had hij zich een beetje voor geschaamd. Zoiets stel ik me erbij voor. En dan. Dan komt je zoon niet meer terug.

 

Twintig lange jaren volgen. Jaren van hoop. Van vrees. Dan komt het “verlossende” telefoontje. Jos Brech is gevonden. Nu de rechtszaak nog. En de bekentenis.

 

Maar Brech zwijgt. Hij zwijgt zoals hij al twintig jaar doet.

 

Gisteren troffen ze elkaar in de rechtszaal. Ze kon hem bijna aanraken. Brech keek voor zich uit. En zweeg. Ik begrijp dat iedereen recht op verdediging heeft maar het naïeve gedweep met onschuld van Gerald Roethof stoort me enorm.

 

Brech zegt het niet te hebben gedaan. Hij heeft Nicky niet verkracht en niet vermoord. Maar wat heeft hij dan wel gedaan? Dat gaat hij pas zeggen als hij het verhaal duidelijk heeft. Voor zichzelf.

 

Nicky’s moeder schreeuwt. ‘Kijk me aan, Brech!’ Dat ze niet over die bank gesprongen is en hem niet door elkaar gerammeld heeft, verdient een lint en alle medailles van het land. Al krijgt ze haar geliefde zoon er niet mee terug.

Door: Pleuntje van der Horst