‘Toen de realiteit tot me doordrong moest ik bijna overgeven.’

 

 

‘Mijn broer was altijd al een vreemde vogel en het buitenbeentje van de familie. Wij – onze twee broers en ik – hebben al jaren dezelfde baan, hij is van de ‘twaalf ambachten, dertien ongelukken’. Wij zorgen om beurten voor onze hoogbejaarde moeder, hij vergeet zelfs jaar in jaar uit haar verjaardag en komt er als mamma’s zorgenkindje nog mee weg ook. Wij hebben ons altijd keurig moeten gedragen, hij zet het te pas en te onpas overal op een zingen in de volle overtuiging dat iedereen daar op zit te wachten. Wij zijn allemaal redelijk stabiel in de liefde, hij maakt er al zijn leven lang een zootje van. Hield het met gescheiden vrouwen toen scheiden zelfs nog een taboe was, trouwde en scheidde twee keer en schreeuwde het werkelijk van de daken dat hij een ont-zet-ten-de hekel aan kinderen had. En wij? Wij lieten hem maar. Want dat was wat ons altijd was voorgehouden: hem lekker te laten.

 

Zo ging hij ook jaren aan een stuk geregeld naar Thailand. Altijd tien dagen, altijd naar hetzelfde plaatsje, altijd hetzelfde hotelletje. En wij lieten hem lekker gaan. Vroegen niets, zeiden niets. Totdat ik hem, eerst zonder reden en best impulsief, vroeg naar het hoezo. Hoezo vier keer per jaar dezelfde routine? Werd dat niet wat saai voor een avonturier als hij? En wat was daar nou in hemelsnaam te beleven? Een zon-zee-en-strand-man was hij überhaupt nooit geweest en duiken zag ik hem ook niet snel doen.

 

Zijn reactie was zo ongekend fel en afwerend, dat ik meteen wist dat hier iets niet in de haak was. Die avond had ik het er met mijn man over, want het zat me hoog. Die liet me mijn verhaal doen en zei toen: ‘Thailand!’ Was er dan werkelijk niemand die één en één bij elkaar op kon tellen in mijn familie? Kwam die rare kwibus dan echt overal mee weg? En was het me nooit opgevallen dat hij wel heel erg fanatiek tegen kinderen was? Zou daar misschien dan toch een diepere reden voor zijn? Een reden die we geen van allen wilden zien?

 

Ik was te geshockt om mijn man zomaar te kunnen geloven en schommelde nog dagen tussen hoop, geloof en haat. En toen besloot ik het erop te wagen. Ik ging bij hem langs. Omdat ik toevallig in de buurt was, zei ik. Keuvelde eerst nog wat en vroeg toen zo achteloos mogelijk wanneer hij weer naar Thailand ging. En of hij daar trouwens ook weleens iets merkte van dat sekstoerisme met al die kinderen.

 

Eén blik was genoeg. Eén blik en ik wist het en op datzelfde moment wist hij het ook – dat hij er dit keer niet mee weg kwam. Ik dacht dat ik moest overgeven. Van hem en van de gedachte aan Thailand en wat hij daar heeft uitgevreten.

 

 

Christa’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.