‘Voor de draad ermee’, zeg ik. Want ik zie het aan hem.

 

 

Dat er iets niet lekker viel toen ik dronk op onze vriendschap en hij meteen in de smiezen had dat dit ook een afwijzing voor de gedroomde romance is. ‘Ik zou het niet weten’, zegt hij. Maar ik weet dat hij het wel degelijk weet. ‘Wat gebeurde er nou? En nu niet meer doen alsof je gek bent vriend, want ik zag het in je ogen, dat er iets was dat je raakte. Wat niet lekker viel. Net zo goed als ik ook zeker wist dat je de smoor in had toen we mijn ex tegen het lijf liepen, laatst in de kroeg en toen viel je ook door de mand. Echt. Je kunt het maar beter zeggen.’

 

Hij zucht zijn zucht die de aanloop inluidt, maar de tranen komen makkelijker dan de woorden -alweer – en ik schrik ervan. Weet me niet goed raad met al dat gesnotter op één avond. ‘Kom op nou!’ Ik loop naar het aanrecht voor een stuk keukenrol. ‘Kom.’ Ik probeer aardig te klinken. Hij snuit zijn neus – met meer kabaal dan nodig is. Zit hij zich nou ook nog eens aan te stellen?

 

‘Mijn ex-vrouw. Mijn dochter.’ En dan barst hij los. Dat hij zijn vrouw tot twee keer toe schuimbekkend op de keuken- of badkamervloer aantrof na een overdosis kalmerende middelen en slaappillen. Dat ik geen idee heb hoe het is om de deur niet meer uit te durven, want dat ze hun dochter gewoon een hele dag in haar bedje liet liggen toen die nog klein was. Dat ze zogenaamd vergat om haar een flesje te geven. Haar luier niet verschoonde. Dat hij die hummel totaal over haar toeren aantrof als hij thuiskwam van zijn werk en dat hij ten einde raad een oppas regelde die niet alleen voor hun dochtertje maar ook voor zijn vrouw moest zorgen. ‘Soms, op haar goede momenten – want die waren er ook – maakte ik mezelf wijs dat het weer zoals vroeger zou worden. Want ik heb echt heel veel van die vrouw gehouden. En nog! Ze was mijn eerste grote liefde. Maar het ging elke keer opnieuw weer fout en niet alleen dat, het werd ook steeds erger.’

 

‘Zo erg dat ze opgenomen moest worden?’

 

Hij zegt dat hij die dag een beetje doodging van binnen maar tegelijkertijd ook blij was met de rust die ervoor in de plaats kwam. Toen ze na een paar maanden weer thuiskwam en zich eindelijk aan haar medicijnen hield, ging het een tijd redelijk. ‘Maar met iemand als zij valt niet te leven. Onmogelijk!’ Dus die scheiding was onvermijdelijk. Hij had er alleen nooit mee gerekend dat het hele feest nog eens van voren af aan zou beginnen met zijn dochter.’

 

Anna Maria is 48, moeder van een dochter van vijftien en ze woont in de Randstad. Na twintig jaar strandde haar huwelijk. Op deze plek deelt ze wekelijks haar ervaringen – ook nu het daten weer begonnen is.

 

Benieuwd naar hoe het begon? Lees het hier.