Als je vijftig plus bent is dit een must do

 

Een van de leukste dingen van werken in de journalistiek is dat ik soms dingen ontdek die mijn leven veranderen.

 

 

 

Zo schreef ik laatst een verhaal over het belang van sport en bewegen na je vijftigste waar ik het nodige onderzoek voor moest doen. Ik sprak met sportartsen, bewegingswetenschappers, personal trainers en de voormalige Olympisch atleten Jessica Gal en Marianne Timmer, zelf ook vijftigers. Bij de laatste twee was ik een beetje starstruck en in het geval van onze nationale trots op het ijs echode steeds ‘Timmertje Timmertje wat ga je doen?’ in mijn kop. Maar dat terzijde.

 

De boodschap van alle deskundigen was niet te missen en laat zich vertalen tot twee makkelijk te onthouden punten. Eén: niet sporten is geen optie. Twee: krachttraining is een absolute must.

 

Nu is beweging niet waar het aan schort in mijn leven. Ik ben dol op wandelen en de laatste vijf jaar trek ik dagelijks baantjes in het zwembad of ren ik een rondje door het park. Maar krachttraining, nee, alsjeblieft zeg. Op een paar laffe pogingen na wist ik de sportschool altijd prima te omzeilen. Ik vind sportscholen een beetje viezig. Al gaat diezelfde vlieger op voor het zwembad en daar lukt het me wel om de gedachte aan bacteriën en lichaamssappen te onderdrukken. Daarnaast vind ik oefeningen met apparaten dodelijk saai. Maar ik kan niet zeggen dat dag in dag uit, jaar in jaar uit datzelfde rondje hardlopen nou zo spannend is.

 

De paar keer dat ik me over had laten halen om met een personal trainer aan de slag te gaan in een sportschool was ik ook nogal geïntimideerd door de veel te knappe, veel te jonge types met hun veel te gestroomlijnde lichamen in veel te dure pakjes.

 

Maar – benadrukten al die deskundigen – wie na de middelbare leeftijd niets met gewichten doet en de spieren niet twee keer per week een serieuze opdoffer geeft, valt ten prooi aan osteoporose en drastisch spierverlies. En in een fase van het leven waarin de stofwisseling nu eenmaal onherroepelijk vertraagt, heb je dat spierweefsel steeds harder nodig om calorieën te verbranden. Met sterke spieren kun je makkelijker evenwicht bewaren en krachttraining bevordert ook je coördinatievermogen.

 

Nu ik het door dat onderzoek allemaal zo op een rijtje had, was er geen ontkomen meer aan. Dus sindsdien ben ik toch twee keer per week te vinden in de sportschool. Viezig vind ik het nog steeds. Met een handdoek veeg ik driftig de handvaten af van ieder apparaat dat ik bestijg. De tergende saaiheid probeer ik te bestrijden met het luisteren van podcasts tijdens het trainen, en dat helpt me eigenlijk vrij aardig. En van die zogenaamd te knappe en te strakke mensen om me heen heb ik totaal geen last. Dat komt omdat ik – per ongeluk – een gym voor veertigplussers heb uitgekozen.

 

Als ik het een beetje handig uitkien, en op een tijdstip kom waarop de meeste kantoorslaven braaf achter hun bureau zitten, ben ik als freelancer ook eens in het voordeel en met mijn 54 jaar gewoon de jongste van de ploeterende en zwetende gemeenschap. Ze ontroeren me, deze krachttrainende pensionado’s. Ook vanwege hun outfits, die het best vallen te omschrijven als ‘lekker zittend’ maar niets met mode te maken hebben. Sommigen zijn hier overduidelijk naartoe gestuurd door hun partner, kind of huisarts en sjoemelen bij ieder toestel met de hoeveelheid repetities. Wat ik ook zo schattig vind is dat er soms een kleinkind aan een tafeltje zit te kleuren terwijl opa of oma de core aan het trainen is.  

 

Uit de boxen schallen jaren zeventig en tachtig dance classics, waar soms vrolijk op mee wordt geneuried.

 

Die muziek vind ik sneu voor de trainers. Als ik al gek word van die oude poep, hoe dol moeten deze twintigers dan wel niet worden van die belegen krakers als I will Survive?

 

Cool en trendy is het allemaal verre van, in deze gym, maar dat is nu precies wat me er zo aan bevalt. Dat wil overigens niet zeggen dat ik krachttraining nu ineens leuk vind. Ik schaar deze bezoekjes van 45 minuten nog steeds onder de noemer ‘noodzakelijk kwaad’, maar dat geldt wel voor meer dingen in het leven. Het resultaat, dát vind ik leuk. ‘Wil je slim of dom trainen?’, vroeg Timmertje Timmertje aan me, tijdens het interview. Daar denk ik nu steeds aan, als ik met die andere slimmeriken, in onze duffe sportschool, sta te deadliften op Mama Mia.

 

 

 

 

Door: Esther Goedegebuure