Ja zeg, moet m’n fiets dát allemaal hebben?

Gespannen fiets je op een doordeweekse zwaarbewolkte ochtend door een uitgestorven woonwijk. Op een stoel in de voortuin van een hoekhuis zit een man met een hoed.

 

Hij leest de krant. In zijn krant twee kijkgaten. Hierdoor kan hij jou goed zien.

 

Het begin van een spannende detective? Nope. Het begin van mijn fietscarrière. De man was een extreem opvallende fietsexaminator die in de gaten hield of m’n klasgenoten en ik onze hand wel goed uitstaken bij het linksaf-slaan. Ik weet nog dat ik hier als tienjarige vreselijk om moest lachen. (Maar pas na het examen, hoor; eerst even m’n hand hypocriet uitsteken.) Ik slaagde. Verder weet ik er niets meer van.

 

Ik vertelde dit mijn eigen tienjarige (‘Bijna elf, mam, bijna elf!’) die nu ook Het Grote Praktijkexamen moet doen. Ze is er erg mee bezig, want na haar slagen mag ze alleen naar het stadscentrum fietsen. En dat staat, laten we zeggen, nogal hoog op haar prioriteitenlijstje. Naast een Levi’s-T-shirt (weer helemaal in) en een eigen iPhone (ja dááág!).

 

Bij haar praktijkexamen hoort ook nog een theoriegedeelte. En als ik dat samen met mijn prepuber oefen, blijkt dat het me niet helemaal bekend meer is (‘Je wordt dement, mam’). Want weet jij bijvoorbeeld nog of je op een fietspad mag lopen? Of: heb je als skater op een fietspad voorrang op een fiets of brommer als je van rechts komt? Precies.

 

Nou, dan zal ik je ook nog even bijpraten over de eisen waaraan elke fiets in Nederland moet voldoen. Eerlijk zeggen of die van jou dit allemaal heeft:

 

  • Stroeve trappers.
  • Witte reflectoren in/bij je voorlamp.
  • Handvatten die niet los mogen zitten.
  • Handvatten die heel zijn.
  • Een bel die het doet.
  • De ketting goed op spanning.
  • Zadel op de juiste hoogte afgesteld.
  • Gele reflectoren in je trappers.
    En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan.
     

Toen ik dat waslijstje las, was het vrij duidelijk dat dochters derdehands barrel (evenals mijn fiets, trouwens, én die van mijn man…) never-nooit door de verplichte keuring zou komen. En dus staat er nu een gloednieuwe helblauwe lichtgewicht puberfiets in de voortuin heel hard te shinen. Een fiets waarmee ze in elk geval examen mág doen. En waarmee ze daarna lekker naar de stad kan fietsen.
We hebben er maar twee peperdure sloten bijgenomen. Zodat het meisje vanuit het centrum ook weer fietsend terug naar huis kan komen.

 

 

 

 

 

PS. Wat er gebeurde met haar derdehands fiets is trouwens een verhaal apart. Ik zette die fiets op Marktplaats. Gratis, maar wel tegen een bosje bloemen. Want iedereen die een beetje handig is, is blij met zo’n opknappertje; een bloemetje kan er dan wel vanaf, dacht ik zo. Nog nooit had ik binnen een uur zoveel reacties. Afspraak gemaakt met de eerste reageerder. En guess what? Die stond wél op het afgesproken tijdstip in de voortuin, maar zonder bosje bloemen in z’n hand.
Ik was teleurgesteld, en daardoor even in twijfel. Maar heb de fiets toch meegegeven. Wat had jij gedaan?

 

PPS. Je mag op een fietspad lopen als er geen voetpad is. Als skater op een fietspad heb je geen voorrang op een fiets of brommer die van links komt; je bent als skater namelijk geen bestuurder. Eerlijk: wist jij dat nog?

Door: Beatrijs Bonarius

 

Beatrijs Bonarius is tekstschrijver & eindredacteur. Een mediavreter, zoals ze zelf zegt. Met een vrolijke, scherpe blik – en dito toetsenbord – kijkt ze voor Franska naar de actualiteit.