Zo houd ik sporten wél vol

 

Ik haat sporten. Ik heb in mijn leven al heel wat sporten uitgeprobeerd, maar ik vond ze allemaal even vreselijk.

 

 

Ik haat sporten. Ik heb in mijn leven al heel wat sporten uitgeprobeerd, maar ik vond ze allemaal even vreselijk.

 

Neem nou hardlopen. Op tv ziet dat er altijd supertof uit: in zo’n hip strak pakje, oortjes in, door het park huppelen, dat leek me wel wat.

 

Nou pas ik natuurlijk niet in zo’n strak pakje, dus dat werd mijn oude joggingbroek. Dat muziekje liet ik ook achterwege (gedoe met die oortjes) en Central Park had ik ook niet voorhanden. Bovendien begonnen mijn benen al enorm te branden voor ik het tuinpad af was. Volhouden Irma, na een tijdje gaat het beter, moedigde ik mezelf aan. Maar toen het na drie keer nog niet soepel ging, besloot ik er maar mee te stoppen.

 

Zwemmen vond ik best leuk, maar na een paar baantjes werd dat ook best saai. En slank en strak werd ik er ook niet van.

 

En ik ben ik-weet-niet-hoe-vaak aan een sportschoolabonnement begonnen. Meestal betaalde ik voor iets waar ik na de eerste paar keer al geen gebruik meer van maakte.

 

Maar goed, ik begon toch wat krakkemikkig te worden. Een knie die plotseling pijn doet, een arm die om onverklaarbare reden niet meer zo soepel gaat. Toen ik in een half jaar tijd twee keer door mijn rug ging, besloot ik dat de knop om moest: nu moest ik écht gaan sporten. Voor mijn gezondheid. ’Mam, waarom ga je niet ’s ochtends?’ vroeg mijn dochter. ‘Jij bent toch altijd vroeg wakker.’ Dat is waar. Om een uur of zes ben ik altijd wel wakker. Maar om dan te gaan sporten… Ik besloot het een keer te proberen. En het viel eigenlijk best mee. Beter dan je nog twaalf keer omdraaien en niet meer kunnen slapen. Beter ook dan Bold & Beautiful gaan kijken (wat wel leuker is, maar minder goed voor je gezondheid). ’s Ochtends vroeg sporten voelt alsof het me geen tijd kost; om zes uur ‘s ochtends doe ik normaal toch niks bijzonders. En als ik eens niet zo’n fanatieke dag heb (meestal) denk ik altijd maar dat het altijd beter is dan nog een uurtje in bed liggen.

 

En zo gaat dat eigenlijk best goed. Ik had niet gedacht dat ik het ooit zou zeggen, maar ik vind het bijna leuk. Bíjna. Om zeven uur sta ik in de sportschool, om acht uur rijd ik naar mijn werk. Stiekem trots dat het me weer is gelukt. Dit keer ga ik het volhouden.