Monique heeft nul groene vingers en dus geen kamerplanten in huis. Maar nu leek het haar man ineens zo gezellig, dus na enige aarzeling ging ze om hem een plezier te doen toch naar de hippe plantenwinkel om de hoek. En kwam thuis met een…

 

Het leek mijn man ineens zo gezellig, een kamerplant. Daar had ik hem tot nu toe gelukkig nog nooit over gehoord, wat nu? Wie mij een beetje kent, weet dat ik geen kamerplanten in huis heb. Dat geldt ook voor huisdieren. Ik hóu wel van planten en dieren, maar dan graag buiten, in de natuur.
Geen enkele kamerplantentrend (en die tieren welig de laatste jaren) kon mij over de streep trekken. En ik heb er de laatste pakweg dertig jaar heel wat voorbij zien komen. De kamerlinde, de citroengeranium, slaapkamergeluk, de begonia (werkt aan een comeback), de orchidee, de ficus (iets anders was er nauwelijks dertig jaar geleden), de sanseveria (weer terug van weggeweest), de bananenboom, de Chinese money plant (pilea of pannenkoekplant; niet aan te slepen) en alle denkbare varianten aan vetplanten en cactussen.
Ik heb één plant, een sanseveria. Van zwart vilt welteverstaan. Dat telt natuurlijk niet; die zie ik dan ook meer als een gezellig designobject. Er speelt nog iets anders; ik heb geen groene vingers. Nul. Bovendien zijn we best vaak een weekje (of twee) weg. Dat verzoek van manlief legde ik dan ook in eerste instantie resoluut naast me neer. Toch knaagde er iets. Waarom zou ik hem geen plezier doen en mijn kamerplanten-aversie opzij zetten?

 

Ik heb één plant, een sanseveria,
van zwart vilt welteverstaan

 

Dus ging ik naar een hippe plantenwinkel bij mij om de hoek. Gerund door jonge hipstermeisjes: met een koffiehoekje, een plafond vol hangplanten, vintage plantenpotten in alle soorten en maten, planken vol met vetplanten en cactussen. Mijn missie: een kamerplant kopen die makkelijk drie weken zonder water kan. Geen cactus, zo had ik met mezelf afgesproken, dat zou wel heel erg voor de hand liggen, qua gemak (en hype). Dat gaat toch niet lukken, dacht ik nog. Tot ik een donkergroene plant zag met zigzagbladeren in een handzaam formaat. Prachtig van vorm, die bladeren! Mooi van kleur! Voldeed ook nog eens aan de belangrijkste eis: maar één keer per drie á vier weken water geven. Geen cactus en niet idioot duur. Nooit verwacht, meteen gekocht.
Nu staat ie op de schouw, tussen wat kannen, links en rechts verzameld. In mijn agenda heb ik voor het hele jaar vastgelegd wanneer ik hem water moet geven. Voor de zekerheid. Nu nog een reisje boeken.

 

P.S. Wat blijkt na wat google speurwerk? Is het tóch een cactus! Epiphyllum Anguliger is de officiële naam, ook wel zaagcactus genoemd. Of in het Engels, fishbone cactus, nog leuker.

 

Tip Zet hem op een lichte plek, niet in de volle zon. Hou de kluit droog; echt maar af en toe water geven. Bij twijfel liever te weinig dan te veel water (hoe fijn is dat!). In de zomermaanden eventueel wat cactusvoeding.

 

 

Monique, oorspronkelijk stilist (later hoofdredacteur van o.a. vtwonen), noemt zichzelf een ‘visual addict’. Ze heeft een hekel aan hypes en houdt van design èn van brocante. Ze vindt reizen net zo leuk als thuis zijn. Haar motto: investeer in herinneringen, kijk vooruit, geniet van vandaag.