Tuinieren

 

Het is een toestand, je best wel grote tuin bladvrij maken. En ja, ik laat heus wel wat liggen voor de vogels, egels en insecten. Geen zorgen.

 

 

Onder de bosjes en struiken ligt het blad en daar is het gezellig en voedzaam ritselen.

 
Wij hebben een stelletje woudreuzen waarbij een tropisch bos verbleekt. Blad, blad en nog eens blad. Op zich zijn onze meer dan honderd jaar oude beukenbomen natuurlijk prachtig, al zijn het wel echte braakbomen. Ze spugen het hele jaar door van alles schaamteloos van zich af. Als ik nu naar buiten kijk dansen de blaadjes continue als een gouden regen superelegant naar beneden. Dag in dag uit. En wij ze maar oprapen. Ik lijk mijn vader wel. Die kon op een snikhete zomerdag somber naar de groene bomen kijken en zeggen: ‘In het najaar nemen ze mij weer te grazen!’ Hij had geen bladblazer, wel veel soorten harken en ook een grote tuin. Maar we gaan ertegenaan natuurlijk. Onze garage ligt onder het huis, en het pad erheen is steil, dus als je niet oppast, ligt er zo een halve meter tegen de garagedeur aan en kun je er niet meer in of uit.

 
Ik heb weleens gedacht: ik zet onder elke boom een grote vangbak, dan vallen de bladeren daar vanzelf in. De wens is de vader van die gedachte, geen boom die zich daar iets van aantrekt. Harken dus maar weer. En af en toe blazen, vooral op het gras. ‘Nu is het meeste er echt af!’ zeggen wij tegen elkaar, na een middag verwoed blaadjes verzamelen. De hopen die er nog bijeengeharkt lagen, zouden we morgen wel in zakken doen. En toen ging het dus ’s nachts waaien. Het is één groot complot daarboven: zodra de firma Biesheuvel hoopjes laat liggen, zet storm Lullo vol in op alles door de war gooien. ’s Ochtends is er geen hoop meer te bekennen. Wel ligt die wonderschone gouden blaadjesregen weer overal.  Dikke pret daarboven, onder leiding van Lullo. ‘Huilen is voor jou te laat, ik kán niet meer!’ janken wij, maar het is niet anders: opnieuw beginnen. Net voor het gaat schemeren, hebben we de grasvelden weer schoon. Meteen in de zakken doen, voor het geval Lullo weer zit te loeren en zijn blaaskracht in stelling brengt.

 
De volgende ochtend: de braakbomen hebben hun laatste restjes over het gras laten dwarrelen. Alsof we nooit bezig zijn geweest. En als ik het over restjes heb, zijn het geen kliekjes, maar forse prakken. Niet normaal. Ik weet wel wie erachter zit hoor. Thierry Baudet. Zeker weten. Heeft een verbond gesloten met storm Lullo. Hij moet toch wat? Goed. Ik heb mijn blaadjeschagrijn weer van me afgeschreven. Nu naar buiten, harken. En mijn mantra van deze dagen opdreunen: blaadjes harken lui varken!

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel