Wiekes naaimachine moest altijd mee

 

Trouwens… misschien begint ze binnenkort wel een handeltje met zelfgemaakte spulletjes van leuke Zambiaanse lapjes

 

Het idee om naar Zambia te verhuizen zonder mijn naaimachine stuitte me zo tegen de borst, dat ik zei: ‘Jij mag mee!’ Ze weegt minstens 13 kilo, dus met ons mee kon niet. Ik pakte haar goed in voor de reis per container en daar ging ze. Als ze nu maar aankwam! Ik had haar al 25 jaar. Op avontuur naar Katete. Over de Middellandse Zee, door het Suezkanaal, langs het enge Somalië en de Indische Oceaan. Vervolgens over land via Mozambique hierheen. Zo zonde dat mijn machine niet eens uit een raampje naar buiten kon kijken. Ik had zelf ook wel met die vrachtboot willen reizen. Veel spannender en ook prettiger om je geleidelijk aan te passen. Als je vliegt, word je in een dag tijd zomaar op een ander continent gegooid.  

 

Mijn naaimachine kwam veilig aan, vier maanden na onze aankomst. Ik gaf haar nog net geen kus. De berg leuke stofjes lag al klaar. Heerlijk om weer dingen te kunnen maken. Schorten, slabben en vlaggetjesslingers. Succesnummers, echt waar, misschien begin ik straks thuis een handeltje. En toen wilde iedereen natuurlijk mijn machine lenen. Mooi niet. De enige die dat mocht was mijn Engelse vriendin Alison. Net als ik was ze zo ongeveer achter een naaimachine geboren. 

 

Mijn moeder stuurde mijn zus en mij naar naailes. Je kon meisjes namelijk niet zomaar met twee linkerhanden het huwelijk in sturen. Dat huwelijk was niet aan de orde wat mij betreft. Als mijn moeder zoiets zei, kriebelde al mijn irritatiespieren. Wat dacht ze wel niet? Ik moest eerst de hele wereld zien. Dan was een man alleen maar lastig. Maar vooruit, naailes. Zowaar, ik vond het leuk! Elke week fietste ik naar de strenge Suze Huntelaar. Mijn eerste strakke rokje zat als gegoten, omdat Suze ons ook patroontekenen leerde. Eindelijk kon ik die rok net zo kort maken als ik wilde, want alleen ik ging over de lengte van mijn eigen product, vond ik. Mijn moeder maakte mijn rokken altijd veel te lang. Truttig. Dan sloeg ik de rokband om, maar dat zat stom. 

 

 

 

 

Het stukje naai-opvoeding heb ik bij mijn kinderen laten liggen.  Dom. Mijn zonen brengen hun kapotte spullen naar een Turkse kleermaker. Zijn alle knopen van dochters leuke rode jas af, dan is die klus voor mij. Onze laatste maanden zijn aangebroken. Mijn naaimachine hebben we bij ons laatste verlof alvast mee naar Nederland genomen. Ik mis haar! Nu nog snel een stapel leuke stofjes inslaan. En straks kijken of mijn kleindochters van mij de kunst willen leren.  

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.