Wieke wil een FAP

 

Soms ben ik paranormaal begaafd. Dan weet ik op dinsdag dat op donderdagmiddag om tien over vier mijn internet eruit vliegt en wegblijft.

 

 

Het valt niet te beredeneren, maar het vermoeden dreutelde dus al 48 uur met me mee. Op radiogolven of zo, denk ik.

 

Ik heb nog bloedstollende herinneringen aan de steigerende laptop van Man. Alles kwijt. Hij zocht op zijn telefoon naar instanties die hem zouden kunnen repareren. Hij vond ze in de uithoeken van onze regio en we ondernamen diverse nutteloze ritjes naar clubs die er ineens niet meer waren, of naar panden die er zo luguber uitzagen dat we maar doorreden. Het resultaat van deze dramatoernee was dat hij een nieuwe bestelde, nadat een meneer die er wel verstand van had zei dat het een hopeloze zaak was.

 

Ik belde voor mijn laptop meteen Monteur aan Huis. Omdat ik een FAP wilde (= Fysiek Aanwezig Persoon), zodat hij me ook in hopelijk simpele bewoordingen uit zou kunnen leggen wat eraan scheelde. Ik kon een FAP krijgen, maar dat zou een week duren, zei de meneer van MAH. Het is echt afzien, je verzeilt in een soort kreupele toestand, met een laptop die stoïcijns keiharde ontoegankelijkheid uitstraalt. Geen woord mee te wisselen. Je snapt ineens waarom mensen woedend hun laptop door elkaar schudden en hem daarna, machteloos en gefrustreerd, het raam uitsmijten.

 

Je kunt zo’n FAP (het zijn nooit vrouwen, gek is dat, terwijl die er ook best verstand van zouden kunnen hebben) wel je huis inkijken. Elke ochtend word ik wakker en denk ik: ‘er is iets naars… wat ook alweer… o ja… wifi foetsie’ – dit laatste doet meer aan kattebakgrit denken. Dan is het eindelijk dinsdag. De bel. Keurig op de afgesproken tijd. Een meneer die er goddank uitziet alsof hij alles van weigerende laptops weet. ‘Het kan zijn dat het heel lang duurt,’ opent hij. O nee! ‘Maar het kan ook zijn dat ik zo klaar ben!’ Alstublieft, mag ik voor het laatste tekenen?! Hij draait zich discreet om als ik het wachtwoord intik. Dan, na een paar muisklikken, zegt hij: ‘O, ik zie het al!’ Magische woorden. Hij ziet het al! Iets met een wifikaartje dat zich heeft verslikt. Ik wist niet eens dat ik een wifikaartje hád. Hij zegt: ‘Kijk, er staat een uitroeptekentje bij. Ik ga hem nu verwijderen.’ En dan… hocus pocus pilatus pats, na nog wat muisklikjes, een paar keer opstarten en iets downloaden, doet de boel het weer. Nog geen tien minuten. Je zou je toch spontaan verloven met zo’n man? Dat zou je van alle computeronzekerheden in dit leven verlossen.

 

Heerlijk, mijn dag is gered. Sky Radio met de kerstliedjes staat weer aan, en ik hoef niet meer met één vinger op mijn telefoon te e-mailen. Ik tik een lange mail naar een vriendin en geef onze Keniaanse vriend Michael een gratis huwelijksconsult. Hij heeft, op z’n vierenveertigste, eindelijk besloten dat hij wil trouwen en hij denkt dat ik er verstand van heb. Klopt! Nu weet ik dat ook Michael de ballen verstand heeft van laptops en hun eigenaardigheden, dus ik mail hem: ‘Marry a computerfreak, you will thank me a thousand times for this free advice, but a Tusker will do just fine!’ Wat Tusker is? Bier. Benieuwd of Michael de ware vindt.

 

­

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel