Wieke vindt haar e-bike een bemoeifiets

 

En bemoeifietsen moet je gauw verkopen.

 

 

Ik wilde hem eigenlijk niet. Te zwaar, te snel, te alom aanwezig. Het gaat hier niet om een tweede man – in het kader van met je tijd meegaan en kiezen voor een poly-amoureuze relatie – maar om een e-bike.

 

Hij kwam er toch, want het leek Man zo leuk om met mij in de Limburgse heuvels te fietsen. Het nare van heuvels vind ik altijd dat ze niet plat zijn. Op mijn gewone fiets hijgde ik mezelf steunend naar boven. Geen aardigheid aan. Vorig jaar togen wij naar een familie die een e-bike in de verkoop had. Het leek me toch wel wat. Al was het een regelrechte bemoeifiets. Knopjes, hendeltjes, een snoer, een accu en zwaar. Na een paar tochtjes bleef de bemoeifiets in de garage. Ik weet niet wat er misging tussen ons, maar het kwam er gewoon niet van. Het regende, of er kwam bezoek, en o ja, ik kreeg vorig jaar gordelroos. Dat duurde lang en in die gammele toestand moest ik niet aan fietsen denken.

 

Tot vorige week. Het was eindelijk minder warm en omdat ik al weken op mijn krent had gezeten en de weegschaal die ochtend heel gemene dingen over mij had gezegd, dacht ik: komaan, ik ga een eindje fietsen, even lekkere kaas halen in Malden. Man had de accu gelukkig opgeladen, want ik wist allang niet meer hoe dat moest. Ik stapte op, maar wat ging dat kreng zwaar! Daarom stapte ik af om te kijken wat er loos was. Ik stond met één voet op de straat, en voor ik het wist knalde ik naar beneden, plat op mijn rug, de bemoeifiets bovenop mij. Ik gilde, geloof ik, en in een flits schoten er ellendige opties door mijn brein: dwarslaesie, heup gebroken, revalidatiecentrum, gipskorset en in het minst erge geval een rollator en een driewieler. Ik kon niet opstaan en lag te trillen van de pijn. Een vrouw stapte van haar fiets en ik vroeg haar om Man te halen. ‘Ik woon op nummer twee’, hijgde ik. Er kwam nog een passant langs en hij bleef bij mij tot die vrouw terug zou komen met Man. De buurvrouw bij wie ik voor de deur lag en die aardige meneer takelden me overeind en dat is geen misselijke opdracht, kan ik jullie verzekeren. Die weegschaal had niet voor niets beledigende dingen gezegd.

 

Uiteindelijk stond ik weer. Alles deed pijn. Man begeleidde me naar mijn bed en daar ben ik drie dagen blijven liggen, met veel pijnstillers. Naast mijn bed de wandelstok van mijn schoonvader zaliger, want opstaan was een ramp. Ik vond het een daad van ultieme liefde, dat Man een opblaasbandje voor me kocht waarop ik zou kunnen zitten. Voor maar €1,19 bij de Action. Daar was hij nog nooit geweest, dus dat was een eyeopener voor hem. Hij is er niet meer weg te slaan, nu hij daar ook goedkope schoonmaakazijn heeft gevonden. Inmiddels kan ik weer op een stoel zitten zonder dat bandje. Ik kijk ernaar, en zie nu pas dat er Minions op staan en de tekst: POSITIVE VIBES. Dat laatste houd ik vast. Het bandje mag naar de kleinkinderen. En die bemoeifiets? Wat denken jullie zelf? Weg ermee. Ik durf het echt niet meer. In Zambia zeiden ze niets voor niets dat je eigen benen het beste transport zijn: gratis en veilig.

 

 

 

 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel