Onze begeleidster Farida laat de chauffeur stoppen in een dorp en zet een beste keel op: er moet een ander busje komen, want we krijgen hoofdpijn van die dieseldamp. Ik maak van de gelegenheid gebruik om naar een wc te zoeken. Een meneer in een lange jurk begeleidt me naar een hokje zonder deur. Hij gaat naast het hok staan en schijnt mij bij met een zaklamp. Zonder dat hij me ziet. Maar al zag hij me wel, ik moet zo nodig dat het me niets kan schelen, al stond het hele voetbalelftal van Bangladesh eromheen. Als ik klaar ben, zie ik dat hij een theepot bij zich heeft. Daarmee spoelt hij het vloertje na. Top. Heb ik thuis niet, een man met een theepot die meegaat naar de wc.
Nog eentje doen? Locatie: een dorpje in het zuiden van India. Ik vraag onze Indiase begeleidster waar ik kan plassen. Ze wijst naar links. Daar is een grasveldje, dichtbij de waterpomp. Alle vrouwen doen achterin het veldje hun behoefte. ‘Pas wel op voor slangen!’ waarschuwt ze. Fijne, geruststellende mededeling. Snel snel snel mijn ding doen en wegwezen. Bij navraag blijkt dat de vrouwen hier altijd samen naar toe gaan. Ook ’s nachts.
Zo, dat werkt, ik ben over mijn zanikbui heen. Ik heb nog twintig toiletervaringen, maar dat wordt een overdosis. Doen we niet. Ik ben weer blij met de mannen die morgen ons blitse toilet komen afmaken. Mooi dat we het feestelijk openen. Dat vindt man ook een goed idee. We gaan er borrelen.