Wieke eet de komende week buiten

 

Wie kletsen er meer als kippen zonder kop, mannen of vrouwen? Mannen. Vooral deze. Lees en huiver.

 

De vloerenpipo komt. Hópen wij. De parketvloer moet gepolijst worden en in de olie gezet. Dat is in geen tien jaar gebeurd, dus het moet. Het zou geen punt zijn als de man in kwestie zijn afspraken nakwam. Hij moest de vloer eerst repareren en daar ging een tsunami aan water door de zee aan vooraf, voordat het klaar was. Als we dachten: nu gaat het gebeuren… hij komt!… dan kwam hij niet. Of hij kwam eventjes, om alles te ‘bespreken’, wat allang was gebeurd. De redenen van zijn absentie varieerden. File, tandarts, een klant met iets dringends, een misselijke kat, kiespijn, haarpijn en neuspijn, verzin het en het kwam voorbij.
 
Vanochtend zou hij echt komen. Wij moesten de kamer uitruimen. Hebben wij weer: Man heeft griep en is doodop en ik ben zondag bij dochter thuis over het snoer van de stofzuiger gevallen. Gekneusde knie. Dochter was nog niet thuis en oudste kleindochter lag dubbel: ‘Ik kan er niks aan doen oma, dat ik altijd moet lachen als er iemand valt, maar ik vind het wel heel zielig, ik haal water voor je.’ ‘Kind, je lijkt wel een Chinees,’ kreunde ik, ‘die liggen ook dubbel als er een andere Chinees valt!’ Toen moest ze nog harder lachen. Op mijn billen schoof ik naar de bank en hees mezelf erop. Kleindochter haalde water voor me en zei dat er ijs op mijn knie moest. Die zwol inmiddels aardig op. 

 

 

 

En toch kregen we de slappe lach. ‘Hij kraakt wel’, merkte ze op. ‘Nee, dat was een wind’, zei ik. Daar schaam ik me niet voor. Iedereen laat er minstens vijftien per dag. Dus waarom zou ik dat niet benoemen?

 

Goed, ik kwam thuis en Man zei dat hij de tuinman een uur eerder had besteld om ons te helpen met sjouwen. Dus waren wij, toen de meeste spullen buiten stonden, in blijde afwachting van de parketpipo, die een steekwagentje zou meebrengen voor de loodzware eettafel. Aha, daar was hij. Zowaar op tijd. Ach… was hij het steekwagentje vergeten. En zijn auto was kapot, die moest eerst naar de garage, dus… Dus? Is hij nu weer weg. Steekwagentje halen. En dekzeilen, want de boel moet vannacht buiten blijven staan. Als de parketpipo je neus ziet, begint hij te praten. Over niks. Ik zie dat geleuter als verbale prostitutie, dat irritante dóóremmeren over niet ter zake doende dingen. Het enige wat ik wil is dat hij doorpakt en voorgoed uit mijn leven verdwijnt. Ik voorzie dat we met Pasen nog steeds buiten eten, omdat die man zijn hele leven verkletst. Ik moet van Man uit zijn buurt blijven omdat ik te stekelig doe. Graag! Als ik niks lelijks zeg, belooft hij, gaan we vanavond bij de Griek eten. Ik kan dat.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel