wieke blijft zich verbazen in zambia

 

Ook al heeft ze er jaren gewoond en gewerkt.

 

Een missionaris die een halve eeuw in Uganda werkte, formuleerde die verbazing zo: ‘Wat zou ik graag een paar jaar van mijn leven inleveren om slechts een half uurtje in het brein van een Afrikaan te kruipen, zodat ik eindelijk zou weten waarom men doet zoals men doet.’ Ik zou eraan toevoegen: ‘en láát.’

 

 

We zitten nu vijf dagen in Pangani, een fatsoenlijke en schone lodge. Onze favoriete serveerster heet Annet en ze zingt de hele dag. We complimenteren haar met haar mooie stem en omdat we liever haar horen dan die blèrende televisie, vragen we elke dag opnieuw of dat ding uit mag. Niemand kijkt, maar dat dondert niet, het ding moet aan. Maar ze zet hem al kronkelend van plezier uit en zet luidkeels een fijn christelijk lied in.  We bestellen ook al vijf dagen hetzelfde ontbijt: allebei één gebakken ei op toast. En elke dag weer komt Annet vrolijk met voor ons allebei twéé eieren op klef wattenbrood aanzetten. Wij: ‘Wil je het brood even roosteren Annet?’ Tuurlijk, geen probleem. Overal in Afrika krijg je twee eieren als je er eentje bestelt. Als je zegt dat je er eentje had gewild, kijken ze je stomverbaasd aan.

 

We bestellen ook al vijf dagen flesjes Mosi en twee glazen. Een Zambiaanse man wipt de dop met zijn tanden van het flesje en heeft geen glas nodig. Iedere keer vragen we of Annet de flesjes wil openen en of we twee glazen mogen. Dan gaat ze de opener zoeken, want die is altijd kwijt, en twee glazen afwassen. Ze brengt ons stralend onze borden met eten, netjes afgedekt met folie, zodat de frieten er als lamlendige, impotente dingetjes bijhangen. Die borden komen een uur na de bestelling. ‘Annet, zouden we bestek kunnen krijgen?’ vragen wij. Ah maar natuurlijk! Dan komt er één mes en één vork. ‘Graag nog een setje?’ Hemeltje, vergeten. En dit bovenstaande steeds opnieuw. Annet is de enige niet, dit overkomt ons in vrijwel elk restaurant of café.
 

 

Gisteren zaten we met ons vieren in een ander restaurant (Katete is booming, ineens zijn er nieuwe lodges). Ook hier een blèrende televisie. ‘Mag die uit?’ vroegen we. Uit? Wat krijgen we nou, de televisie uit?? Ja, want niemand kijkt. ‘Maar ik kijk altijd’, protesteerde de ober. We bestelden Mosi. En glazen. En we wilden eten. Onze gastheer bestelde kip. ‘We don’t have.’ ‘T-bone steak dan?’ ‘Out of stock.’ ‘Beef stew?’ Dat was er wel. De ober liep weg. ‘Uh… maar de anderen willen óók wat bestellen!’ riep hij hem na. O ja?? Stomverbaasd ging hij een papiertje halen en een pen zoeken, want nu werd het wel erg ingewikkeld. Uiteindelijk kwam het goed. We hadden onze hielen nog niet gelicht of de televisie ging weer aan.
 
Ik wil geen jaren van mijn leven inleveren om heel even het brein van een Afrikaan te mogen lenen, ik houd het er liever op dat het leuk is om steeds verbaasd te zijn over dingen die hier doodnormaal zijn. En zij vinden ons natuurlijk ook af en toe stapelgek. Al zou het wel stoer zijn als ik een flesje Mosi met mijn tanden open kreeg.

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel