Het tandenpotje

 

Zo schattig, twee potjes met melktandjes en kiesjes. Van mijn zonen. Maar welk potje is van wie?

 

Er ontbreken natuurlijk exemplaren. Jongste zoon had de inhoud van het potje even aan een buurmeisje laten zien, om ermee op te scheppen. Zij wisselde nog niet, hij wel. Buurmeisje liet het potje uit haar handen vallen. Tandjes door de hele kamer. Niemand vertelde mij iets, dus waarschijnlijk heb ik de helft opgezogen. Potje van de andere zoon: zelfde soort verhaal.

 

 

Enfin, ik heb er gelukkig nog wat over. Wat zijn ze aandoenlijk klein. Gisteren bekeek ik nog een foto van een gapend nijlpaard (half uur in de snikhete zon gewacht tot het dier eindelijk die enorme bek open deed) en verbaasde me over de enorme kiezen. Moet je niet tussen eindigen. De kiezen van het nijlpaard vertonen zwarte plekken. Gaten? Dat brengt me op een idee.

 

In het ene potje zit een vertederend kiesje met een zwarte punt. Een gat? Dan is dit potje wellicht van jongste zoon. Hij was zo gek op snoep, dat hij er keihard om loog. ‘WIE heeft de Engelse drop opgegeten?’ Informeerde ik woedend, vijfentwintig jaar geleden. ‘Ik niet,’ zei jongste zoon met een stalen snoetje, ‘maar ik denk dat Boukje het heeft gedaan.’ Hij wist het zelfs zeker. Boukje was het overbuurmeisje, het lekkere ding dat ook de tandjes door de kamer had gegooid. Maar zoon rook naar die drop, dus misdaad opgelost. Na een bezoek aan de tandarts bleek dat hij zeker drie gaatjes had. Jubelend liep hij Man tegemoet: ‘Páp! Páp! Raad eens hoeveel gaatjes ik had? En ik mag ook een beugel!’ Man was dolblij met die aanstaande financiële aderlating, dat begrijpt iedereen. Zoon verheugde zich intens op de beugel. Bijna iedereen had zo’n ding en dan telde je natuurlijk wel mee.  

 

Toen kwam de beugel. Die deed pijn. Zoon sliste er ook een beetje bij, tot leedvermaak van broer en zus, die hem nadeden. Maar na veel tranen, woede-uitbarstingen, die beugel, daarna slotjes en nog andere toestanden, had hij dan toch een mooi en recht gebit. De zegeningen van het wonen in een welvaartstaat. In ons ziekenhuis in Zambia zat ook een tandarts. Zijn behandeling bij een zere kies? Trekken maar en klaar. En nu vraag ik me twee dingen af: zou dat nijlpaard ondraaglijke kiespijn gehad hebben? En hoe kom ik erachter welke tandjes en kiesjes van welke zoon zijn? DNA Onbekend? Zou Dionne Stax er misschien zin in hebben?

 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel