Wat Wieke wenst

 

De man van Wieke laat haar allerliefste wens in vervulling gaan, alleen ze heeft geen idee wat dat zou moeten zijn.

 

‘Schat?’ zegt man, ‘ik heb je allerliefste wens in vervulling laten gaan!’ O? Ik zou niet eens weten wat mijn allerliefste wens is, omdat ik alles wel zo ongeveer heb. Leuke vent, leuke kinderen, leuke kleinkinderen, leuk huis, leuke tuin, leuk werk. Allemaal leuk. 

 

Man zei een paar uur geleden dat hij naar de Gamma ging.  Die vervulde wens zal dus iets met zijn gang naar de Gamma te maken hebben. Nieuwe lampjes in de keuken? Waar drie van de zes spotjes het al jaren niet meer doen? Nauwelijks een allerliefste wens, want drie spotjes geven ook licht. Meer dan het antieke peertje in mijn Zambiaanse keuken. Prima mee te leven.

 

‘Kom maar kijken,’ zegt hij geheimzinnig.  Met een ‘tadááá!’gooit hij de deur naar het toilet open. En ja, dat komt toch wel dichtbij de vervulling van een wens. Al heel lang zeg ik het en dan gebeurt het nooit.  Wat zien wij hier op ons toilet? Allereerst de Kerstman. Die kwam dit verlate cadeautje namelijk brengen, aldus man. 

 

 

Al jaren zakken wij scheef als we op de bril gaan zitten.  Omdat iedereen er boem pats op ploft en dan het deksel met een knal naar beneden gooit. Daar werd die bril ook moedeloos van en dacht: ‘zoek het uit, ik ben scheef en je neemt mij maar zoals ik ben’.

 

 

Gasten die van ons toilet kwamen, zeiden ook al jaren: ‘zeg, jullie moeten wat aan die bril doen, hij dondert er nog eens af. Heel gevaarlijk’. ‘Ja, klopt, gevaarlijk,’ zeiden wij dan. ‘Zullen we doen.’ Maar vervolgens vergaten we het weer want er deden zich altijd wel belangrijkere zaken voor.

 

Maar nu is er dan een nieuwe bril. Jammer dat het geen doorzichtige is, met visjes erin, of zo eentje met prikkeldraad, had ik ook geestig gevonden. Alleen is man daar totaal niet van. Degelijkheid voor alles en we maken geen kermis van de wc, vindt hij. Zou ik man niet hebben, dan werd het inderdaad een kermis, dat geef ik toe.

 

De nieuwe bril gaat vanzelf naar beneden, je hoeft hem dus niet omlaag te knallen. Maar jee zeg, wat gaat dat langzaam! Je moet ook wachten totdat hij omhoog gaat. Ik zie het voor me, als ik nodig moet. Een verbetering is het echter wel. Keurig hoor, al is het er nog steeds heel saai. En dat voor een vertrek waar je gemiddeld toch een uur per week doorbrengt.  Ik laat de Kerstman er staan.  Die fleurt de hele tent op.

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.