Viruswaanzin

 

Doe jij alweer lekker op je gemakje de boodschappen? Ik nog niet hoor.

 

Vroeger liep ik elke dag even naar de supermarkt om verse groente te halen en een maaltijd voor de avond samen te stellen, maar tegenwoordig ga ik het liefst zo min mogelijk ergens naar binnen.

 

En ze doen hun best hoor, in onze buurtsuper. Om de haverklap wordt een bandje afgespeeld met tips om corona te vermijden. ‘Houdt afstand van elkaar, neem altijd een winkelwagen mee, kom alleen, en blijf vriendelijk tegen het personeel.’ Het wordt zo’n duizend keer per boodschappenbeurt opgedreund, maar niemand hoort het nog.  

 

En ik weet niet of vriendelijk blijven je beschermt tegen corona, maar ik probeer het wel. Oók als ze met zijn drieën vakken (lijken te) vullen in het gangpad, maar eigenlijk staan te kletsen. Ze dragen dan keurig hesjes met op de achterkant het vriendelijke verzoek om afstand te bewaren, maar hóe dat staat er niet bij. Het hele gangpad is gevuld met voorraad en pubers, en ik kan daar dan op geen enkele wijze meer langs, óf nog bij de producten.  

 

En dan die mensen die met het hele gezin gaan boodschappen, maar dan allemaal met een eigen kar! Pffff. Alsof je met zeven auto’s naar het pompstation rijdt om er één vol te gaan gooien. Gewoon, omdat dat veel gezelliger is.

 

Maar je gaat toch ook niet met je hele vriendinnengroep naar de gynaecoloog, denk ik dan.

 

En toch staan er dan overal vulpubers te beppen, en gezinsleden te overleggen. En soms, héél soms, dan zou ik het willen uitschreeuwen in zo’n winkel.

 

‘Ik wil ook zo’n hesje,’ mopper ik dan, ‘want ook van míj moet je afstand houden, weet je!’

 

Maar dat wordt lastig met al dat ge-heen-en-weer. Er staan overal pijlen, maar niemand houdt zich nog aan de richting. Ik ook niet hoor. Als ik iets vergeten ben dan ga ik ook terug. Want ja… ik kom pas volgende week weer, en heb sommige dingen toch écht deze week al nodig.

 

Nee, en dan alles dat uit het assortiment wordt gehaald! Grrrr.

 

Waarom nu, denk ik dan. Waarom laat je me nú zoeken, en nú beslissen waarmee ik zo’n product dan het beste kan vervangen? Dat haalt toch de loop uit je winkel?

 

Is het niet véél makkelijker als ik precies weet wat ik moet hebben, dat dan húp in mijn karretje kan gooien, en dan weer weg kan wezen? Beschermt dat niet jou, mij, je personeel, én je (andere) klanten?

 

Maar nee hoor. Het begon met de keelpastilles die ik niet kon vinden, maar waar ik ook niet naar durfde te vragen.

 

Ja, durf jij naar zoiets te vragen nu? Je wordt meteen gezien als leproos als je daar nu naar zoekt. Terwijl ik ze alleen maar gebruik voor een frisse adem na een teentje of wat. Maar om dat nou allemaal te gaan vertellen daar… Je zal ook zien dat ik van de zenuwen dan moet kuchen of zo, dus néé… laat maar weer.

 

Maar zo was er steeds meer dat uit het assortiment leek te zijn verdwenen, tot van de week eindelijk het kwartje viel. Ze waren gewoon de winkel weer opnieuw aan het indelen!

 

Om jou (weer) aan de impulsaankopen te krijgen, herschikken ze een paar keer per jaar de schappen. Zodat jij de weg weer kwijtraakt en weer gaat zoeken. Dan zie je namelijk ook weer andere dingen liggen.

 

Maar moet dat nu??? Heet dat nu ook nog verantwoord ondernemerschap?

 

Moet je in deze tijd eigenlijk niet zorgen voor je inkomen, je personeel én je klanten? En is het dan slim om ze allemaal zes keer onnodig door je winkel te laten crossen, op zoek naar dat ene artikel?

 

Dat doen ze op de begraafplaats toch ook niet? Dat je dan met je bloemetje aankomt, en dat je geliefde steeds weer ergens anders ligt? En tóch blijven we gewoon klant bij de begraafplaatsen hoor!

 

Misschien wel eerder dan we hopen, als we als we dat virus maar blijven negeren en geld verdienen belangrijker vinden.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke