Vertekend beeld

 

Net als veel vrouwen lijd ik aan een vertekend zelfbeeld.

 

 

 

Het is toch zo dat onterecht onzeker zijn over eigen kunnen of prestatie vaker vrouwen dan mannen parten lijkt te spelen?

 

Daar waar mijn zonen altijd heel beslist en eenduidig ‘goed’ antwoordden als ik vroeg hoe een proefwerk was gegaan, slaat mijn dochter steevast beteuterd haar ogen neer. Haar cijfer is dan uiteindelijk verrassend positief, terwijl – minder verrassend – bij de zonen het omgekeerde niet zelden het geval was.

 

Generaliserend gezegd: ik ken weinig vrouwen die zichzelf snel overschatten, terwijl ik vrienden heb (leuke, fijne mannen hoor, daar niet van) die zich soepel en sans gêne door het leven bluffen.

 

Hoe vaak heb ik me niet onnodig zorgen gemaakt of ik een presentatie wel goed voorbereid had, om er op het moment zelf achter te komen dat ik me overdreven had uitgesloofd? Als ik een hoofdstuk van mijn boek inlever bij mijn uitgever en zij niet binnen een week reageert, kan dat volgens mijn inwendige criticaster alleen maar betekenen dat ik broddelwerk heb ingeleverd. Dat ze zich misschien op de Frankfurter Buchmesse een slag in de rondte werkt en geen tijd heeft voor mail, komt niet in me op.

 

Maar waar mijn zelfbeeld nogal vertekenend de andere, (te) positieve kant uit kan slaan is op het gebied van uiterlijk. Of beter gezegd, het verouderde uiterlijk. Als ik vrienden van vroeger, mensen van mijn eigen leeftijd, na jaren weer eens ontmoet, duurt het altijd net iets te lang voor tot me doordringt dat zij waarschijnlijk precies hetzelfde denken als ik, namelijk: tjonge jonge, wat is die oud geworden!

 

Toen ik vorige week drieënvijftig werd, stuurde een goeie vriend bij wijze van felicitatie een filmpje naar onze gezamenlijke vriendengroepsapp. Het was een collage van foto’s van mij.

 

Een verschrikkelijk geheel van beelden die ik zelf onmiddellijk verwijderd zou hebben uit mijn filmrol. Onflatteuze blikken na net een wijntje te veel, onderkinnen, openhangende monden en heel veel ongewenst geplooide huid.

 

Een ongetwijfeld aardig bedoel bericht dat uitpakte als een brute reality check voor mijn zelfbeeld. Hoe kon het dat deze versie van mezelf niet helemaal herkend werd in mijn inwendige spiegel?

 

Diezelfde week had ik een afspraak met twee vrouwen, succesvolle ondernemers die ik bewonder. We hadden afgesproken op hun kantoor waar zo’n vijftig good looking people aan het werk waren. Een van deze cool kids nam mijn jas aan en een begon me onmiddellijk te u-en. ‘U’ mocht even doorlopen naar de kamer waar haar leidinggevenden zaten en dan zou zij voor ‘u’ een kopje thee maken. Dat zo’n beleefd type minder dan de helft van het aantal levensjaren op de teller heeft staan dan ikzelf, dringt dan pas na dat akelige ge-u tot me door. Ook moet ik inzien dat de afstand in leeftijd tussen de door mij bewonderde onderneemsters en mijzelf voor mij een minder diepe kloof lijkt te vormen dan andersom waarschijnlijk het geval is. Ik zie nog net in dat zij in een andere levensfase zitten dan ik, met kleine kinderen en slaaptekort en zo, maar in mijn hoofd scheelt het niet zo gek veel als in het hunne.

 

Over een paar weken mag ik een van de bekendste gezins- en relatietherapeuten van Nederland interviewen. Ze heeft een razend drukke praktijk maar via via heb ik haar contactgegevens. Ik stuur haar een uitgebreide mail waarna ze me vrijwel direct terugbelt.

 

Ze wil zeker tijd voor me maken maar ik moet wel onmiddellijk ophouden haar met u aan te spreken. Ze is tachtig jaar.

 

Je leest weleens in interviews dat mensen zich eeuwig 17 voelen of zoiets. Meestal zijn dat mannen trouwens. Het was ook Harry Mulisch die dit idee van de ‘absolute leeftijd’ – onveranderlijk en bepaald door emotie en karakter – bedacht. Daar heb ik geen last van. Ik voel me hartstikke 53, moet er niet aan denken om in mijn fantasie forever 21 te zijn. Ik heb er alleen nauwelijks besef bij dat dat voor sommigen oud is. En in mijn beleving hoort er vooral geen oude kop bij.

 

Daar waar een negatief zelfbeeld soms wat opgekrikt mag worden tot een realistisch en waardig niveau, denk ik in dit geval: laat me liever in onwetendheid. Dus mochten we elkaar ooit eens tegenkomen en jij onmiddellijk doorhebben dat we een flink aantal jaren in leeftijd schelen, doe me dan een lol en zeg vooral geen u.

 

 

 

Door: Esther Goedegebuure