Thuisvakantie

 

Vanaf volgende week heb ik vakantie. Dan slaap ik uit, en begin ik de dag met koffie zonder e-mail. Dan gaat er geen wekker, zeurt er geen deadline, piept er geen telefoon en brult er geen stofzuiger.

 

 

Hoewel ik dat laatste niet helemaal zeker weet. Ik neem het me voor, maar nu ik thuis blijf weet ik niet zeker of dat ook gaat lukken. Ik heb namelijk een kat die ’s winters een vacht kweekt die hem niet zou misstaan in Siberië, maar die zich zomers dan weer realiseert dat er iets was met opwarming van de aarde en een stijging van de temperatuur. En dan moet die overdreven bontjas er natuurlijk weer af, en dus hangt hij die over mijn stoelen. Dat heeft hij geleerd van de kinderen. Die lieten hem daar ook altijd liggen tot ik hem zelf maar weer opruimde. En goed voorbeeld doet goed volgen.

 

Dus drie weken niet stofzuigen? Ik weet niet of dat verstandig is, maar ik ga het proberen. Er wonen hier op het terrein trouwens ook nog een echtgenoot, een dochter en een schoonzoon, en die zijn toch ook niet blind? Ik kan wellicht eens gaan kijken hoe lang het duurt voordat één van hen dan gaat ingrijpen, en ik denk dat ik me na anderhalve week dan alsnog ergens anders zou kunnen wanen. Dat ik ineens vakantie vier in zo’n huis met overal kussens in dezelfde kleur rood en me dus alsnog ver van huis zou kunnen voelen. Fijn! Toch nog even weg.

 

Alleen jeukt het waarschijnlijk wel als ik dan een boek wil gaan lezen op de bank, dus daar moet ik nog even iets op verzinnen. Of misschien toch maar 1x stofzuigen, ergens in het midden van die drie weken. Nou, zie je … daar ga ik alweer.

 

Maar de rest ga ik écht laten. Ik heb voor de komende weken mijn stukken al ingeleverd, en ik wil echt even niets meer te maken hebben met mijn laptop. We hebben geen ruzie, maar ik wil hem gewoon even niet zien.  Dat ding blijft maar roepen. Net als de kinderen vroeger. Ik heb ooit zelfs een keer mijn naam spontaan veranderd in Poetsienaatsielaatsio, en de kinderen kregen toen alleen een reactie als ze me zo zouden noemen, liet ik ze weten. Dus op “Mam of Mahammmm, zou ik niet reageren, en ik ging ervanuit dat ik heel even met rust gelaten zou worden. Ik had gedacht dat ze die spontaan verzonnen naam nooit zouden kunnen onthouden, en dat ze even gezellig samen zouden gaan overleggen wat ik nou precies had geroepen, en hoe ze dat moesten schrijven om het als herinnering voor de volgende keer vast te leggen.

 

Maar helaas … Het duurde geen tien seconden, en sindsdien noemen ze me nog steeds regelmatig Poetsienaatsielaatsio. Zeker wanneer ze zich ervan bewust zijn dat ze weer eens een beroep op me doen.

 

Maar goed, ook Poetsienaatsielaatsio gaat nu dus vakantie vieren en proberen om thuis drie weken even helemaal niks te doen. Maar dan écht níets. We stoppen zelfs midden in een grote schilderklus, terwijl we daar nu wel nu drie weken tegenaan moeten kijken. Jammer dan.

 

Maar ik voel hem al aankomen, want mijn man heeft een nieuwe motor. En die moet natuurlijk wel even ingereden worden tijdens onze vakantie. En dat doet hij natuurlijk het liefst met mooi weer – dus dan kan ik zelf ook lekker buiten zitten – maar als het gaat regenen dan rijdt hij natuurlijk gewoon door, want daar hebben ze motorpakken voor uitgevonden. Maar als ik dan (héél zielig) in mijn eentje binnen zit, en ik wil niet op die vieze bank liggen en ik zie en die half afgeschilderde muren …

 

Mocht je dus ergens iemand in een motorpak in de hozende regen in de tuin zien liggen …

 

Dat ben ik. Ik heb vakantie!  

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke