De reden waarom je naar The Bodyguard wil
Vorige week schreef ik waarom een bezoek aan de musical The Bodyguard je ultieme girls night out is, en een van de klinkende redenen (naast de liedjes, de dansers, de geweldige vertolking van Nyassa Alberta) was zeker Tarikh Janssen.
Die maakt de Noordpool nog broeierig.
Als je Kamp van Koningsbrugge hebt overleefd, is een avond spelen voor publiek een eitje, lijkt me. Of toch niet?
‘Kamp van Koningsbrugge was ontzettend intens, dat gaat om lichamelijk en mentaal grenzen verleggen, bij musical is het de uitdaging om het zeven keer per week binnen de grens uitdagend te houden. Er zijn zoveel disciplines met elkaar verbonden dat ik niet kan freewheelen. Maar binnen die duidelijke kaders probeer ik mijn personage diepte te geven. Dat doe ik door mijn gemoedstoestand van die dag mee te nemen waardoor ik elke dag een andere Frank Farmer neerzet. Van binnen naar buiten te spelen noem ik dat. Zo geef ik diepte aan de rol.’
Ik denk dat jij binnen jouw rol ook heerlijk het publiek een corrigerend tikje kan geven als er weer eens een mobiele telefoon afgaat.
‘Dat is inderdaad heel goed te doen in deze rol. Ik wil nog wel eens net een paar seconden naar iemand kijken die de hele tijd op zijn telefoon zit, te hard kletst of ongepast zit te lachen. Dat werkt heel goed, moet ik zeggen.’
Je werkt als acteur voor tv, film en in het theater. Is er iets dat je liefde heeft?
‘Ik wil niets uitsluiten. Je leeft maar één keer en ik wil er alles uithalen, dus ik zal nooit voor één ding kiezen. Na een tijdje theater heb ik altijd wel weer behoefte om even uit te breken, afwisseling te zoeken.’
Ik kan me voorstellen dat meedoen aan Kamp van Koningsbrugge een goede prep is voor deze rol. Een echte bodyguard moet ook door roeien en ruiten gaan en voor niks en niemand bang zijn. Jij vertelde dat je bang bent voor diepe zeeën. Een idee waar dat vandaan komt?
‘Op Curaçao is het water heel helder: je kan je teennagels zien. Maar als je verder gaat zie je alleen maar diepblauw water, het grote onbekende en dan word ik helemaal gek. Als ik duik heb ik het niet, dan heb ik connectie en grip. Ik herinner me een moment in mijn leven dat die angst begonnen is. Ik was negen en kampioen zwemmen van Curaçao. Ik was aan het zwemmen met andere jongens terwijl een voetbal ver in het water werd geschopt. Iedereen keek naar mij want ik kon zo goed zwemmen dus ik moest die bal halen, maar ik verstijfde en kon het niet. Die combinatie van de angst voor de afwijzing van de jongens en de angst voor de zee kan ik nóg voelen. Ik heb die angst trouwens laatst overwonnen, of in ieder geval het beest in de bek durven kijken. Ik heb een film gedraaid, Invasie, een mariniersfilm, en daar speel ik de hoofdrol in. We draaiden ook op Curaçao en daar werden we in het diepe gegooid op open zee. Heel eng, maar ik heb het wel gedaan.’
Ik mocht bij de première van The Bodyguard zijn en weet nou niet welke scène me het meest raakte. Gevalletje te veel keuze. Welke scène maakt op jou de meeste indruk? Of varieert dat per avond?
‘Ik heb elke avond wel zin in de karaokescène. Los van dat ik ‘I will always love you’ mag zingen, worden de regels even losgelaten en worden publiek en spelers één. Dat is een heel lekker moment, zo voor de pauze.’
Heb je de film expres wel of expres niet ter voorbereiding gezien?
‘Zeker wel. Wat ik zo goed vind aan Kevin Costner is dat hij zo mysterieus bleef. Whitney is daarentegen een onbekwaam reptiel die alle kanten op gaat, ze speelt gewoon zichzelf.’
Je bent een sportieve man, zwom op topniveau tot je achttiende, maar je hebt vast nog even gas gegeven voor deze performance. Hoe heb je je erop voorbereid?
‘Ik heb altijd een basisfitheid, maar ik heb wel even aangezet voor deze rol. Extra gaan sporten, CrossFit, kickboksen, fitness… Ik eet heel graag en heel veel, nu probeer ik na acht uur niet te eten en het ontbijt uit te stellen. Ik denk ook dat het goed is om je lichaam de mogelijkheid te geven om met andere dingen bezig te zijn dan met het verwerken van je eten. Ook na de voorstelling probeer ik niet te eten. Wat bij mij wel naar binnen gaat is een biertje. Al heb ik er nu geen tijd voor, ik kan een echte kroegtijger zijn.’
Elke avond weer full pull presteren, scherp als een mes zijn: het lijkt me pittig, zeker als je nog niet zo heel lang vader bent. Hoe is het emotioneel voor je om elke avond weg te zijn?
‘Het fijne aan dit werk is dat ik overdag thuis ben en werk als mijn kind slaapt, dus ik denk dat ik meer tijd met mijn dochter doorbreng dan een vader met een overdag-baan.’
En fysiek? Red je het een beetje om aan je slaap te komen?
‘Nee, haha. Ik lig om één uur in mijn nest en om zeven uur word ik wakker gemaakt. Ik doe zeven shows per week. Ik denk dat ik dat niet meer ga doen, dan ga ik beter onderhandelen. Omdat het maar een half jaar is, is het goed te doen. Musical is echt keihard werken, vooral voor de dansers en het ensemble.’
Als jij mensen in één zin moet verleiden om naar The Bodyguard te komen, een elevator pitch voor de musical, wat zeg je dan?
Als je een avondje spanning, romance en Whitney Houston wil, dan moet je naar The Bodyguard.’
In september maken jullie plaats voor Pretty Woman, ook een musical waar ik me bijzonder op verheug trouwens. Al enig idee wat je daarna gaat doen of duik je nog even volledig in dit avontuur?
‘We verwachten een tweede kindje in september, dus daar heb ik twee maanden de tijd voor. Ik zal wel teksten gaan leren, want vanaf januari speel ik 70 voorstellingen Sonny Boy, naar het boek van Annejet van der Zijl. Iets heel anders, maar iets waar ik me heel erg op verheug.’
Maar tot die tijd is Tarikh elke dag Frank Farmer, dus ik zou zeggen: gaat dat zien. Ik heb mijn volgende kaartje alweer gereserveerd.
Dit bericht op Instagram bekijken