Stop met vechten. Haal adem.

 

‘Ga eens een sessie met paarden doen,’ zegt een vriendin als Miloe tijdens een weekend weg haar ongenoegen spuit. Paarden? Wat kunnen die haar nou leren? Een paar dagen later krijgt ze een folder toegestuurd.

 

Ze is groot, bruin, briesend en heet Evita. Laat haar in een cirkel om je heen lopen, luidt de opdracht. Makkie lijkt me, en ik sla met het touw op de grond. Klak met mijn tong. Stamp in het zand. Maar Evita verzet geen been. Ik stoot nog wat klanken uit en maak draaiende bewegingen met het touw. Verveeld kijkt ze voor zich uit. Ga lopen stom paard, denk ik. En dan is het er weer. Dat machteloze gevoel. Dat gevoel dat ik zo goed ken sinds ik moeder ben, dat ik met een enorme controledwang de kop probeer in te drukken. Als een akela dreun ik dagelijks op wat er moet gebeuren, geef tandenborstels, jassen en schoenen aan, kam onder luid protest haren, smeer boterhammen voor de lunchtrommels (ja ook voor mijn negenjarige), dek de tafel en ruim ‘m af, laat de hond uit en geef de katten eten, ook al hadden mijn kinderen beloofd die taak echt uit te voeren.
 
 

Helaas moet ik concluderen dat al dat geregel en gebemoei mijn machteloosheid niet laat afnemen. Wel zorgt het voor luie huisgenoten en frustraties. ‘Ga eens een sessie met paarden doen,’ zegt een vriendin als ik tijdens een weekend weg mijn ongenoegen spui. ‘Met paarden?’ Ik schiet in de lach. Wat kunnen die me nou leren? ‘Paarden spiegelen, ze laten je zien en voelen waar je tegenaan loopt,’ zegt ze stellig. Een paar dagen later stuurt ze me een folder. ‘Wil je vanuit jouw natuurlijk leiderschap en zonder macht en controle met je kinderen omgaan? Op een duidelijke, rustige manier grenzen leren stellen?’ Ja, denk ik, dat wil ik! En dus sta ik nu te stampvoeten in een stal omdat Evita weigert te bewegen. Ze lijkt verdorie wel een van mijn kinderen.
 

Als ik de lucht mijn neus laat binnenstromen, voel ik pas dat ik gestopt was met ademen

 
‘Wat zou er gebeuren als je de controle loslaat? Als je jezelf en het paard vertrouwt, als jij duidelijk de richting bepaalt?’ De trainster is naast me komen staan. Ik die nooit intuïtief reageert, die altijd nadenkt voor ze antwoord geeft, zeg ineens angstig: ‘Dat ze zo hard gaat rennen dat ik geen controle meer over haar heb.’ Ze legt een hand op mijn schouder. ‘Wat gebeurt er als jij je zoon loslaat?’ Ik voel iets in mijn maag hard worden. ‘Dan gaat hij ervandoor. Dan ben ik hem kwijt.’ Ik kijk naar Evita die doodkalm staat te wachten tot ik eruit ben. Ik haal mijn neus op. Het harde klimt omhoog, nestelt zich in mijn borst. ‘Heb je dat gevoel eerder gehad?’ Ik knik, weerloos. ‘Hoe oud was je? Wat zie je?’ Mijn keel zit dicht. Ik stamel iets over ruzies, over mezelf als klein meisje. ‘Doorademen!’ beveelt ze. Als ik de lucht mijn neus laat binnenstromen, voel ik pas dat ik daarmee gestopt was. ‘Wat gebeurde er?’ Ik hoor harde woorden, wil vluchten maar voel dat ik in de buurt moet blijven, anders gaat het mis, gaan ze uit elkaar. ‘Stop met vechten. Haal adem.’ De tranen stromen over mijn wangen. Ik voel iets zachts bij mijn oor. Evita. Ze raakt met haar hoofd mijn schouder aan. ‘Je laat toe wat er binnenin je gebeurt. Daar reageert ze op.’
 
Evita gaat die middag niet lopen. Het maakt me niet uit. Ik laat het los.
 

 

Freelance journalist Miloe van Beek is wars van mooie plaatjes, en altijd op zoek naar het echte verhaal. Ze is chronisch chaotisch, heeft geen enkel paar dezelfde sokken, maar wel twee luidruchtige kinderen, een ongehoorzame hond, twee katten en een man met een carrière.