Stiekem had ik er een hard hoofd in hoe deze mensen ooit Nederlands moesten leren

 

Maar vorige maand was er dan toch het felbegeerde inburgeringsdiploma.

 

 

 

 

Ik hoor tot de meer dan 40 procent van de Nederlanders die vrijwilligerswerk doet en van dat percentage is ruim 2,5 procent, net als ik, actief voor Vluchtelingenwerk. Twee jaar geleden werd ik door de vrijwilligerscoördinator in mijn regio als taalcoach gekoppeld aan een Egyptisch echtpaar dat al wel statushouder was maar nog wel even moest inburgeren. Ik weet niet wie zich het meest opgelaten voelde, die eerste keer dat ik bij hen aanbelde. Communiceren was er niet bij namelijk – daarom was ik per slot van rekening hier – en iets anders dan met de taallesjes uit hun leerboeken aan de slag gaan kon ik niet verzinnen. 

 

 

Hoewel ik er stiekem een hard hoofd in had hoe deze mensen ooit goed Nederlands moesten leren, haalde hij vorige maand ruim binnen de tijd zijn inburgeringsdiploma. Terwijl we aan de chocoladetaart met Egyptische thee zaten – een van de eerste woorden die ik er buiten de leerboeken bij hen in hamerde – vroeg ik hem of hij zich al een beetje Nederlands voelt nu zijn paspoort klaarligt. Hij lachte wat en loog ‘een beetje’. ‘Geeft niks,’ zei ik. ‘Zul je je óóit Nederlander voelen?’ Want als ik nu naar Egypte zou verkassen zou onvermijdelijk gelden dat je het meisje weliswaar uit Nederland kunt halen, maar Nederland nooit uit het meisje.

 

 

Ongeacht hoe hij zich in zijn hart voelt, is nu in ieder geval het moment aangebroken om als volwaardige burger van ons land aan de slag te gaan en wat dat betreft wil hij net als in Egypte dolgraag aan het werk als chauffeur. Omdat het GVB staat te springen om mensen heeft hij blijmoedig gesolliciteerd als tram-, bus-, of metrochauffeur, maar hij werd even blijmoedig afgewezen. ‘We nemen alleen mensen aan die góéd Nederlands spreken.’ Moeilijk, denk ik hardop als hij naar mijn mening vraagt en in stilte denk ik erachteraan dat wij samen na twee jaar best wel een gesprekje kunnen voeren maar dat dat nog niet hetzelfde is als de passagiers van een Amsterdamse tram wegwijs te maken. 

 

 

En Schiphol dan? Daar staan ze toch ook te springen om personeel? Is dat misschien een idee? Maar ook daar wordt er meer geëist dan hij te bieden heeft: goede kennis van zowel de Nederlandse als de Engelse taal en minimaal vijf jaar ingeburgerd zijn.

 

 

Zijn vrouw, die binnen nu en heel binnenkort zal inburgeren, hoopt maar dat het haar beter zal vergaan als ze na haar voorgenomen opleiding tot apothekersassistent aan de slag wil. Ik help het haar hopen. Want wat betekent officieel ingeburgerd zijn meer dan dat ze voor de wet nu een permanente verblijfsvergunning hebben? Behalve dat ze de basis van onze taal hebben geleerd en weten hoe Nederland globaal in elkaar zit, heeft niemand ze immers iets bijgebracht over onze ongeschreven wetten die cultureel, historisch en economisch gevormd zijn. En laat nou juist die van belang zijn als je in Nederland écht wilt meedoen. 

 

 

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans