Ingrid telt juist de weken, dagen, uren tot het moment dat haar man eindelijk weer de deur uit is en zij het huis voor zich alleen heeft.

 

‘Vorige week las ik op jullie platform het verhaal van Marie-Louise die stiekem dolblij was met de coronacrisis Ik kan jullie vertellen dat ik stiekem stikjaloers ben op deze mevrouw, want ik vlieg tegen de muren en tel de weken, dagen, uren tot het moment dat mijn man eindelijk weer opgedonderd is en ik het huis voor mij alleen heb zoals ik dat gewend ben.

 

Zo’n dertig jaar zijn we inmiddels samen en het is dankzij onze vier kinderen dat we menige crisis overwonnen en er telkens toch weer voor kozen om samen te blijven. Nadat onze jongste de deur uit ging en wij weer zonder pardon op elkaar aangewezen waren, heb ik serieus overwogen om uiteindelijk toch maar te gaan scheiden. Het vuur is eruit tussen ons en dat geldt op alle fronten. Nu ik merk hoe ongelukkig en opgefokt het me maakt om de hele dag samen door te moeten brengen nu hij gedwongen thuiswerkt, denk ik dat ik het maar beter had kunnen doorzetten, die scheiding.

 

Er is zo langzamerhand niets meer waar ik me níet aan erger. Al besef ik heel goed dat ik onmogelijk alles in zijn schoenen kan schuiven en er zelf ook schuldig aan ben dat ik niets meer van hem kan velen en hij niets meer goed kan doen. Als hij de tafel afruimt heb ik daar iets op aan te merken en als hij het niet doet verwijt ik hem dat hij geen poot uitsteekt. Elk verhaal dat hij tegen me begint vind ik slaapverwekkend en als hij niets zegt vind ik ‘m een saaie lul. Ongeveer zo gaat dat in mijn hoofd en ik weet dat dit aan geen kant klopt en dat ik geen greintje respect meer voor hem kan opbrengen.

 

Vóór deze crisis was dat natuurlijk al niet anders, maar zijn constante aanwezigheid vergroot alles wel heel erg uit en zet mijn gevoelens op scherp. De eerste weken maakte ik mezelf nog wijs dat het straks, als alles weer normaal is, ook tussen ons weer min of meer leefbaar zou worden. Maar over een paar jaar mag hij met pensioen en is het voor de rest van ons leven ‘coronacrisisthuis’. Als ik daaraan denk word ik panisch en raak ik zo mogelijk nog meer geïrriteerd dan ik al ben. Afgelopen weekend zei hij dat ik alleen nog maar tegen hem ‘loop te blaffen’ en daar heeft hij gelijk in. Ik zou het gesprek met hem aan moeten gaan. Hem moeten vertellen hoe ik me voel, en samen met hem moeten onderzoeken of er nog een oplossing is. Maar de koek is op, ben ik bang. Ik wil en kan het niet meer opbrengen. Toen hij me verweet dat ik loop te blaffen kon ik geen enkel ander weerwoord verzinnen dan ‘rot op’. Dat klopt niet en dat verdient hij niet. Bovendien past het niet bij mij om zo grof te doen.’

 

Ingrids naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.