INGREDIËNTEN
125 g bloem
3 eieren
300 ml melk
30 g suiker
1 zakje vanillesuiker
30 gram rozijnen
50 g poedersuiker
twee klontjes (geklaarde) boter
een scheutje rum
een snufje zout
Voor de topping:
Zwetschgenröster (pruimencompote)
poedersuiker
Zo maak je Kaiserschmarrn
Scheid de eieren. Meng de dooiers met de suiker, de vanillesuiker en een snufje zout tot een stroperige massa. Verfijn met een scheutje rum. Spatel voorzichtig de gezeefde bloem en de melk door het beslag.
Klop de eiwitten stijf en spatel ook die voorzichtig door het deeg.
Zet de pan op een matig vuur en smelt daarin een klontje (geklaarde) boter. Giet het deeg in de pan en strooi er de rozijnen overheen. Zet een deksel op de pan en bak de Kaiserschmarrn op een laag vuur tot hij aan een kant goudbruin is.
Keer hem om, doe het deksel er weer op en laat hem ook aan de andere kant bakken.
Trek de Kaiserschmarrn met een vork in onregelmatige stukken, voeg nog een beetje boter toe en schep nog 5 minuutjes om.
Verdeel over 4 borden en bestrooi rijkelijk met poedersuiker.
Het lekkerst smaakt de Kaiserschmarrn met veenbessenjam, appelmoes of ingekookte pruimencompote (Zwetschgenröster).