Pastel de Nata

esther goedegebuure

 

Een van mijn Europese lievelingssteden is Lissabon, charmant en vriendelijk, met z’n steile straten waar die voor Portugal typische glimmende klinkertjes op liggen, waar knusse restaurants te vinden zijn en mooie trams doorheen rijden.

 

 

 

Je hebt er schitterende monumentale gebouwen en fijne musea waarvan museum Calouste Gulbenkian behoort tot een van mijn favorieten van de hele wereld. Het is een indrukwekkende afwisellende kunstcollectie van de verzamelaar Gulbenkian maar vooral het jaren zestig gebouw en de mooie tuinen zijn fantastisch. Qua sfeer en cultuur dus een dikke tip dus dat Lissabon maar ook voor iedereen die dol is op zoetigheden. Pastel de nata is de Portugese koningin van de baksels. In Lissabon kosten ze niks, voor 80 cent eet je de lekkerste. Maar ja, in Lissabon ben je niet wekelijks. Gelukkig weet ik sinds kort hoe ze zelf te maken en omdat ik zoveel leuke reacties kreeg toen ik trots op mijn insta een foto van mijn baksel plaatste, deel ik het recept. Niet moeilijk, wel een beetje werk. Maar dan heb je ook iets indrukwekkends

 

  • Een ingevette vorm voor muffins
  • 1 rol bladerdeeg (dus niet die vierkante plakjes)
  • 1 kaneelstokje
  • 200 gram suiker
  • 125 ml water
  • 4 eier dooiers
  • 30 gram bloem
  • Schil van halve biologische citroen (dun schillen, zonder wit)
  • 300 ml volle melk

 

Verwarm de oven voor op 230 °C (!). Rol het bladerdeeg op bakpapier in de lengte strak op en snij de rol in 12 stukjes. Druk die weer uit tot ronde plakjes en duw ze in de ingevette holletjes van de muffinvorm, zodat je er bakjes mee vormt.

 

Kook het water met suiker, citroenschil, kaneelstokje in een minuut of 4 tot een siroop
Splits de eieren. (De eiwitten bewaren voor pavlova of kokosmakronen! ) Klop melk door het eigeel. Doe de bloem in een pan, voeg ei-melkmengsel geleidelijk toe en klop met garde een glad beslag. Verhit dit al roerend met een houten lepel 3 min. lang. Dan voeg je de suikersiroop toe, blijf goed roeren en merk dat de saus dik wordt. Na ongeveer 3 tot 4 minuten krijg je custard. Zeef de citroen en het kaneelstokje eruit en de eventuele klontjes. (Klontjes horen niet maar niet meteen in paniek vliegen, ze zeeft ze er gewoon uit). Met aan sauslepel vul je de bakjes met custard tot 1 cm onder de rand. Bak ze in 15 min. goudbruin en gaar in het midden van de voorverwarmde oven. Als ze geen zwarte vlekjes hebben nog even iet langer bakken. Laat 5 min. Afkoelen en wip ze dan met een mes uit het blik maar eet ze nog niet anders verbrand je beslist je mond! Wel lekker als ze nog een beetje lauw zijn

 

Door: Esther Goedegebuure