Oud worden is toch wel leuk
Ikzelf doe alleen nog wat klusjes die ik echt leuk vind, want ik kan mijn werk overal doen.
Ik zie mezelf nog zitten. Na (wéér) slecht nieuws, na meerdere operaties, maar ook na elke week chemo, was er altijd wel iemand die aan me dacht. Soms met een appje, kaart of telefoontje, maar heel vaak ook met bloemen. En daardoor kon ik, zittend in mijn eigen bloemenkioskje aan huis, toch nog blijven genieten.
Genietend van zoveel harten onder de riem snoof ik daar dan de geuren en kleuren op die rondom mijn fijne stoel in de erker fladderden. En ik werd vooral blij van de boodschap die erachter zat. Ik voelde me gesteund, gezien, gehoord en nooit alleen, zo omringd door al die bloemen, en ik zat dat als bloemenmeisje echt te koesteren.
Ik was als kleutertje ook al eens bloemenmeisje geweest – ik mocht toen naar een kleuterschoolfeestje in een door mijn oma in elkaar geknutseld pakje – en echt … gelukkiger kon je me toen ook al niet krijgen. En een heel leven later werd ik dus weer zo blij als een kleuter door mezelf weer even bloemenmeisje te voelen. Gek, hè: wat bloemen met mensen kunnen doen?
En nu zit ik weer tussen de bloemen. Dit keer zijn ze echter voor manlief, maar dat mag de pret niet drukken. Manlief en ik hebben besloten met vervroegd pensioen te gaan. Na zijn motorongeluk en de daaropvolgende kankerdiagnose bij mij zijn we zomaar twee jaar van ons leven kwijtgeraakt, en dat maakt dat je gaat inzien hoe waardevol de tijd is die je nog rest. En daarom hebben we besloten om nog maar even wat te gaan genieten. Om te kunnen gaan (en staan) waar, hoe en wanneer we willen. En daarbij kan een drukke baan behoorlijk in de weg zitten.
Ikzelf doe alleen nog wat klusjes die ik echt leuk vind, want ik kan mijn werk overal doen. Op de top van een berg, in mijn eigen tuin, vanuit bed, in de trein, noem maar op. Ik kan dus evengoed gaan en staan waar ik wil. Maar hij had zo’n baan waar altijd alles om draaide. Waar altijd rekening mee gehouden moest worden, en waar veel tijd in ging zitten.
Maar nu dus niet meer. Nu heten wij twee bejaarden, en moeten we gaan oppassen dat we niet per ongeluk hetzelfde jack aantrekken als we op de fiets stappen. Nu moeten we kranten gaan lezen en zelf cursussen gaan volgen om bij te blijven, maar ik heb er zin in! En onlangs was dus manliefs laatste werkdag, en we hadden ons voorgenomen om dan ook meteen een paar dagen weg te gaan. Lekker de bossen in en genieten van onze vrijheid.
Maar wat gebeurde er? Er werden een heleboel bloemen bezorgd om hem te bedanken of veel plezier te wensen met de rest van zijn leven. En toen kreeg je mij dus echt de deur niet meer uit.
‘De kinderen blijven toch thuis?’ vond manlief. ‘Die kunnen dan toch genieten van die bloemen en ze in leven houden tot we over een paar dagen weer terug zijn?!’ Maar nee hoor, ik was weer bloemenmeisje in mijn erkertje, zonder dat er nu iets akeligs aan ten grondslag lag. Dus ondanks het feit dat mijn haar uitvalt door de anti-hormoonkuur waar ik helaas nog jaren aan vastzit, was er nu geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om deze plek te verlaten.
En dat is nou zo leuk van tóch nog oud mogen worden.
Als je dan met pensioen bent, stel je iets gewoon even uit.
We gaan voortaan dus pas de bossen in als thuis de bloemen zijn verwelkt.
Luxe, hè?