Onderduik­adres

 

Vanaf zonsopgang deze ochtend mag de Nederlandse vlag halfstok gehangen worden.

 

Nu in coronatijd herdenken we de slachtoffers thuis. De Nationale Dodenherdenking in Amsterdam is zonder publiek. Het is de soberste Dodenherdenking ooit. Maar dat betekent niet dat er minder aandacht is voor de slachtoffers van de oorlog. Want herdenken doe je zelf, in je hoofd en door er met anderen over te praten.

 

Ik ga straks naar mijn oma, die over twee dagen 90 jaar wordt, om op anderhalve meter afstand een kopje koffie met haar te drinken. We hebben het weinig over de oorlog, het is te traumatisch voor haar. Ze heeft het weggestopt. Maar op 4 mei komen de herinneringen weer naar boven als de dag van gisteren. Zo was haar destijds beste vriendinnetje de dochter van een NSB’er. Die eerste periode van de Tweede Wereldoorlog bleef zij bij hen thuiskomen en andersom. Tussen hen in dreef een groot geheim. Een geheim dat te gevaarlijk was om te vertellen.
Op een dag kwam mijn oma uit school toen er niemand thuis was. Haar ouders en tante, die ook bij hen in huis woonde, waren opgepakt en naar een concentratiekamp in Vught gebracht waar ze moesten werken. Het verhaal gaat dat ze daar onder andere gaatjes in de gasmasker van de Duitsers hebben geprikt.
Ze werkten namelijk bij het verzet, saboteerden de vliegroutes van de Duiters en hielpen de Joden met onderduiken. Iemand had ze verlinkt of ze waren betrapt. Wat moet dat angstig zijn geweest, om als 12-jarig meisje thuis te komen en te ontdekken dat je familie weg is. Niet wetend waar ze zijn en of ze nog leven. Of je ze ooit nog terug zult zien. Buren hebben mijn oma al die tijd onderdak gegeven.

 

In haar (en mijn) ouderlijk huis was op zolder een kast met daarachter een kruipruimte. Via deze kruipruimte kwam je in een kamertje uit dat tussen de zolder en de eerste verdieping zat en waar je net rechtop in kon zitten. Daar hebben verschillende onderduikers gezeten. Vroeger vonden mijn broertjes en ik dat ontzettend spannend, het was een fantastische verstopplek. Toen ik ouder werd besefte ik dat de mensen die daar verstopt zaten geen ‘kiekeboe hier zit ik!’ konden roepen en misschien wel weken of maanden in dat donkere kamertje zaten. Mijn moeder vond laatst nog een oude zakdoek waarop een aantal namen van deze onderduikers geborduurd waren. Ongelofelijk indrukwekkend.

 

De ouders en tante van mijn oma hebben de oorlog overleefd, maar waren voor hun leven getekend door de oorlog en de tijd die ze in het concentratiekamp hebben gezeten. Telkens als er op de deur werd geklopt verstijfden ze van angst, getraumatiseerd door de Duitsers. Toen de oorlog voorbij was hebben ze verschillende onderscheidingen, oorkondes en medailles gekregen. Medailles die ze na de oorlog trots iedere dag droegen en die nu in een lijst bij mijn moeder aan de muur hangen.

 

Vandaag denk ik nog een beetje meer dan anders aan hun heldendaden en aan mijn oma die als klein meisje de oorlog heeft meegemaakt. Aan alle andere mensen die zich met gevaar voor eigen leven hebben ingezet. Die met angst hebben geleefd, die hun familie niet meer terugzagen. En aan alle slachtoffers die deze gruwelijke oorlog niet hebben overleefd. En daarom hangt vandaag de vlag bij ons halfstok en ben ik om 20.00 uur 2 minuten stil. Jij toch ook?

 

Door: Philippine Dankelman

Philippine is freelance journalist. Voor Franska.nl schrijft ze over alles wat haar bezig houdt. Ze woont in Haarlem met haar man en hun drie kids. Ze is het liefst op het strand, dol op versgebakken appeltaart en houdt van de kleur wit.

Afbeelding van Philippine Dankelman