Nou jaaa!

 

Het was zo leuk. Elk jaar een poosje voor Pasen zag ik ze door de tuin scharrelen. De aanstaande moeder en vader. Dat wist ik zo zeker, omdat ze ‘het’ zelfs een keer vlak voor mijn ogen hebben gedaan. En ik was er vrij snel achter waar ze steeds naar op weg waren. Er lag een nest verstopt achter de winterjasmijn. Goed met rust laten dus die plek.

 

Met Kerst loop ik altijd naar buiten om te kijken of de kerstroos bloeit. Bijna altijd raak. Dus wat deed ik altijd met Pasen? Kijken of er eendenkuikens waren. Altijd raak! Precies in het paasweekend waren er van die lieve kleine donsjes. Onze katten een gevaar voor die beestjes? Welnee! Moet je zien wat zo’n moeder-eend doet als-ie een kat ziet. Daar schrik je als groot mens zelfs nog van.

 

Tuurlijk voerden we moeder en de kleintjes. Ze liepen zelfs zo bij ons de keuken binnen. De kuikens met hun jeugdige lef liepen gewoon over m’n voeten. Jaar in jaar uit hetzelfde verhaal. En ze groeiden natuurlijk bij ons in de tuin op, kregen zwemles in een bak water, aten uit onze hand op het terras, sprongen zelfs naar het brood, als je het hoog in de lucht hield. We hadden eigenlijk een circusact kunnen beginnen met die beesten.

 

Kwaak!

Waren we een keer een weekje weggeweest, hadden ze ons toch gemist. Zelf dacht ik bij thuiskomst nog niet meteen aan de eend en haar kuikens, totdat ik moederlief rechtstandig omhoog zag springen voor het raam. Ze kwam zeker anderhalve meter van de grond en riep loeihard KWAAK! Schrok me rot. Of we even met brood konden komen.

 

Helaas. De eend is weg. De traditie verdwenen. Ach… ik mis ze. Het was zo’n 100% paasgevoel.

 

 

Door Franska

Beeld: GettyImages Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.

 Sfeerbeeld: Mamietitine