Nog een frietliefhebber

 

Net als Franska en de hele redactie is ook Marja gek op friet. Ze heeft zelfs eens in de twee maanden met vrienden een ‘frietafspraak’. Helemaal geen gek idee trouwens.

 

Monique is Monique. Daar kun je niet omheen. Zelden iemand tegengekomen die zo consequent zichzelf is. Alweer vijfentwintig jaar bevriend met Hains (een kwaliteit op zich) en net als Hains en ik een echte liefhebber van ambachtelijke friet. Ook een kwaliteit, vind ik. Niet voor niets dat we eens in de twee maanden een frietafspraak hebben met z’n drieën. We hebben zo inmiddels al heel wat goede herinneringen opgebouwd. Het houten bankje in de lentezon voor de Frietkamer in de Zijlstraat is daar één van.
Deze keer wordt het snackbar ’t Schouwtje aan de Leidsevaart. Een oude herberg uit de 17e eeuw waar je (al is het nu gewoon een moderne cafetaria) als Haarlemmer toch een keer geweest moet zijn. Gemiddeld breng je er als klant zo’n twintig minuten door, zie ik op internet, maar wij vullen er met gemak ruim een uur met gesprekken over van alles en niets: oud-collega’s, Marco Borsato, Ziggo, Kamagurka en de Vlaamse Primitieven, en het blauwtje dat Hains hier ooit gelopen heeft bij ene Saskia. Arme Hains, hij was nog maar zestien.

 

Thuis bij Monique (ligt toch op de route op weg naar Hains) nog een kop koffie (thee in mijn geval) tussen de doodshoofden in de vensterbank en het Herman Brood-tapijt aan de muur. Midden in de kamer de paspop met een zelfgemaakte patchworkjas van festival-T-shirts, polsbandjes en buttons.

 

Volgende keer friet bij Floris, neem ik me op de terugweg in de regen voor: mijn jongste zoon (alweer zes, bijna zeven jaar het huis uit) die friet kan bakken als geen ander. Met de schil er nog aan. Ik zorg voor draadjesvlees.

 

 

Marja van Hout houdt van het onverwachte en gaat het liefst zo onvoorbereid mogelijk op pad. Alleen of samen, vaak met vriend Hains, beleeft ze avonturen. Kleinschalig, maar toch.