Over heet gesproken

 

Potten vol maakte ze, de moeder van Monique. En het rook zo heerlijk als ze ermee bezig was. Sambal badjak, de allerlekkerste. En wij krijgen zomaar het recept. Joehee!

 

 

De sambal badjak van mijn moeder, daar kan ik kort over zijn. Die is gewoon het allerlekkerst. Ze maakte het altijd in grote hoeveelheden, buiten. Daar had ze een brander staan met een grote wok. ‘Dan stinkt het binnen niet zo.’ Ik vond het juist heerlijk ruiken! In haar recept gebruikte ze evenveel lombok (Spaanse peper) als ui. Door de ui wordt de sambal niet te pedis (heet). Handig; zo had ze altijd wat in potjes staan om cadeau te geven en kleine porties in de diepvries om mee te koken. In een handomdraai toverde daarmee ze een nasi goreng op tafel of een sambal goreng-gerecht van het een of ander. Goede dingen zijn er om te delen, dus hierbij haar recept. Het lijkt in niets op wat je in de regel buiten de deur voorgeschoteld krijgt. Of bij de supermarkt koopt.  Veeeeel lekkerder natuurlijk.

 

Dit heb je nodig:

  • 500 g rode lombok (Spaanse pepers)
  • 250 g rode ui
  • 250 g sjalotten
  • 3 tenen knoflook
  • 200 ml zonnebloemolie
  • blokje trassi van 3 bij 3 cm (toko)
  • 50 g gedroogde garnalen (toko), een half uur geweekt in warm water
  • 5 jeruk purut-blaadjes (limoenblad, toko)
  • 3 salam-blaadjes (toko)

 

Koop de lomboks op de markt of bij de Marokkaanse of Turkse groenteboer. Niet bij de supermarkt, waar ze meestal zuinigjes per 2 of 3 stuks zijn verpakt; veel te duur! Ze zijn het hele jaar door verkrijgbaar. In de zomer en herfst komen ze uit de Hollandse kas. De rest van het jaar komen ze bijvoorbeeld uit Spanje, Turkije of Zimbabwe.

 

Zo maak je het:

Snijd de helft van de lombok in ringetjes en de rode ui en sjalotten in dunne halve ringen.

 

Hak de rest van de ui en lombok samen met de trassi, de geweekte gedroogde garnalen en de knoflooktenen in de keukenmachine fijn.

 

Bak alles in de verhitte zonnebloemolie in een wok of pan met dikke bodem. Meng er een half verkruimeld kippenbouillonblokje door en laat een half uur sudderen. Schep af en toe om. Laat afkoelen, voeg eventueel nog wat zout toe en verdeel over een aantal diepvrieszakjes en/of gesteriliseerde jampotjes.

 

Zo’n potje sambal is bij mij zo op. Niet alleen bij Indisch eten; ook op een geroosterde boterham met pindakaas en ketimun (komkommer).

 

Een nasi goreng is met deze sambal is zo gemaakt:

 

Per persoon 1 flinke eetlepel sambal verhitten in een wok of hapjespan. Biefstuk (in kleine blokjes gesneden) en gekookte garnalen erbij doen. Dan de gekookte (afgekoelde) rijst erdoor mengen. Als het goed warm is een flinke hoeveelheid prei in dunne ringetjes toevoegen en goed mengen. Direct serveren met een tjeploh (gebakken ei), gebakken uitjes, wat schijfjes ketimun (komkommer) en kroepoek of emping. En voor wie wil nog wat extra sambal. Selamat makan!

 

P.S. Ook lekker: sambal oelek. Lees hier het recept. Pas op, deze is een stuk heter dan sambal badjak!

 

 

 

Monique, oorspronkelijk stilist (later hoofdredacteur van o.a. vtwonen), noemt zichzelf een ‘visual addict’. Ze heeft een hekel aan hypes en houdt van design èn van brocante. Ze vindt reizen net zo leuk als thuis zijn. Haar motto: investeer in herinneringen, kijk vooruit, geniet van vandaag.

Fotografie portret: Esmée Franken. Visagie: Linda van Iperen. Haarstylist: Mandy Huijs.