Môge samen

 

Ik was pas achttien toen ik aan deze groetcultuur wist te ontsnappen.

 

 

 

 

Er werd wat af-gegroet in ons dorp. ‘Môge’ tegen enkelvoud en ‘môge samen’ als er sprake was van meervoud. Bij behoefte aan meer diepgang werd er een ‘enne?’ achteraan gemurmeld waarbij het hoofd vaak even opzij werd geknikt, wat zoveel wilde zeggen als ‘hoe gaat het ermee’. Voor zover ik me kan herinneren ging het eigenlijk altijd ‘goed hè!’ en als er iets was wat niet goed ging dan betrof het altijd anderen in welk geval de roddel werd ingeluid met een ‘heb je het al gehoord’.

 

Ik was pas achttien toen ik aan deze groetcultuur wist te ontsnappen en dolblij om voortaan ‘lekker anoniem’ over straat te kunnen gaan zonder te hoeven groeten – zonder overigens ook maar één sterveling te kennen.

 

Maar zoals dat wel vaker gaat pik je heel veel gewoontes van vroeger automatisch weer op als je ouder wordt en daar hoort dit voorbeeld ook bij. In ons oude buurtje was dat onder expats niet echt ingeburgerd en werd er de helft van de tijd ook zeker niets teruggezegd, en zo dat al gebeurde ook bijna nooit in het Nederlands. In ons appartementencomplex gaat het er gelukkig heel wat vriendelijker aan toe, is er ook een groepsapp om elkaar bijvoorbeeld in te treffen over de wanprestaties van de pakketbezorgers en zijn er zelfs al wat contacten uitgebreid tot lekker sociaal bij elkaar ‘een wijntje doen’.

 

En raad eens? – zo blijkt uit Zweeds onderzoek, sociale banden verbeteren het welzijn. En hoe kweek je die banden? Inderdaad: door elkaar op straat te groeten. Omdat ze in Zweden lang niet zo praatgraag zijn als in het dorp waar ik vandaan kom, is er in het hoge noorden in de gemeente Lulea, ‘in het belang van de sociale verwevenheid, de volksgezondheid, de veiligheid en het welzijn in het algemeen’ een campagne gelanceerd om inwoners aan te moedigen ‘ha’ tegen elkaar te zeggen als ze elkaar op straat passeren. Dat dat aanmoediging behoeft schijnt er ook mee te maken te hebben dat deze inwoners wat in zichzelf gekeerd zijn als gevolg van de kou in Noord-Zweden. In december schijnt de zon er hooguit drie uur per dag en ligt de gemiddelde temperatuur rond de -10 graden.

 

Of er voeger in mijn dorp minder gegroet werd in de winter dan in de zomer, daar moest ik even over nadenken. En eerlijk gezegd denk ik dat het eerder een kwestie van volksaard is en dat het weer weinig tot niets met al dat groeten te maken heeft. Want als het koud was, was het altijd ‘wat een weer hè?’ en dat was het ook als het regende of heel heet was.

 

Bron: AD

 

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans