Moet ik nu op mijn trekker naar het Malieveld?

 

Wat nu? Moet ik soms óók met een trekker naar het Malieveld? Wij blijken fijnstofveroorzakers van formaat te zijn. Zie de Volkskrant pagina 13 en 14 van dinsdag jl.:

 

 

 

Toos veroorzaakt een fijnstofpiek als ze de strijk doet. FOUT. Marjoke doet altijd kaarsjes aan. FOUT. Jojan staat te wokken en zijn hele huis is blauw. FOUT. En omdat wij onze huizen niet altijd goed ventileren, is de lucht bedompt en door die vervuiling krijgen we longklachten. Ook in de slaapkamers is het bar en boos gesteld met de CO2-waardes. Luchten moeten we. Véél vaker. Het zal toch niet zeg, dat die arme boeren eigenlijk niks te verwijten valt en dat wij het gewoon zelf zijn? Met onze eigen bizar grote hoeveelheden stikstof?

 

Geen kaarsjes aan, bah, wat ongezellig. Marjoke, die in de krant staat, vindt dat ook en ik voel met haar mee. Ik lever liever het strijken in dan dat ik kaarsen in de ban doe. Open haarden, mensen, zo verschrikkelijk FOUT! Ik heb er zelf ook eentje, maar die brandt op gas. Bedenkelijk, met dat beschamende gelazer in Groningen. Hebben we een open haard nodig? Nee. Hebben we kaarsen nodig? Nee. Hebben we strijkijzers nodig? Nee. Nou ja, soms. Als mijn een en mijn al een kreukje in zijn overhemden vindt, strijkt hij ze zelf opnieuw. ‘Denk je aan je fijnstofpiek?’ roep ik hem sinds gisteren na, ‘niet alle kreukjes hoeven eruit!’

 

We kunnen er badinerend over doen, maar als je met zoiets simpels als geen kaarsen, geen open haard en nooit meer strijken en veel meer luchten de luchtvervuiling in huis en buitenshuis kan beperken, waarom niet? Ik koop geen kaarsen meer. Alleen met Kerst. Ik vind dat het dan wel mag. En die open haard doen we niet meer aan. Het is toch al een kreng. Je moet er op je knieën voor liggen om een hendeltje aan te trekken, wat je dan minstens een minuut vast moet houden, totdat de boel eindelijk ontvlamt. En dan moet je weer overeind, vanuit die geknielde positie. Gedoe.

 

Wokken. Gaan we dat nog doen? Wokken is gewoon koken toch? Man is gek op wokken. Ik doe het bijna nooit, ik ben meer van de stoofpotten waar je niets meer aan hoeft te doen. Maar ach, tok tok tok… ik gun Man zijn wok. Zeker sinds hij los is op Thaise schotels.

 

Nou, en toen ging ik dus net het huis luchten. Open die schuifpui! Er vloog een meesje naar binnen. Voor ik die weer buiten had, waren we een half uur verder. Zo’n vogel lijkt niet te snappen dat hij gewoon dezelfde vliegroute terug moet nemen. Uiteindelijk ging ik maar even weg, want hij was doodsbang voor mij. Toen ik na dat halve uur ging kijken, was hij verdwenen. Totdat ik me rot schrok, want wat vloog daar rakelings langs mijn hoofd, goddank meteen naar buiten? Kees de Mees. Ik hoop niet dat hij dit elke dag gaat doen, nu ik een nieuw luchtprogramma heb. Ik verbeeld me dat het veel lekkerder ruikt in huis. Wel moet ik mezenpoepjes opruimen. Zou daar ook stikstof in zitten?

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel