Moeders mogen blijkbaar niet ziek zijn

 

‘Pas toen mijn moeder aan de morfine lag, was ik niet meer van haar bed weg te slaan en vroeg ik of ik nog iets kon doen…’

 

 

 

‘Het was mijn verjaardag die dag – 57 werd ik – en ik was geveld door een ouderwetse griep. Die ochtend belde mijn dochter om te feliciteren. ‘Hoe is het mam?’ Ik zei dat het niet goed ging. ‘Wat heb je dan?’ Griep, dacht ik. ‘Beroerd.’ Ze wilde weten of ik koorts had, maar de laatste keer dat ik koorts had was toen ik een jaar of zeven was. ‘Hoe weet je dan dat je griep hebt?’ Ik zei ‘weet ik veel’ en dat de lunch beter niet door kon gaan. ‘Nou ja!’ zei ze. Ze had zich er echt op verheugd om me even te zien en bovendien had ze een leuk cadeautje. Ik sleepte me mijn bed uit richting de douche en nam twee verse paracetamols in.

 

De lunch was een aanfluiting. Ik kon amper uit mijn ogen kijken, mijn vriend had de pest in omdat ik me had laten ompraten en mijn dochter was absoluut niet van plan om me als een zieke te behandelen. Ik ken dat van haar. Ziek zijn kan niet in mijn geval. Waarom dat is kan ik niet precies duiden, maar het komt me wel bekend voor. Als mijn moeder ziek was ging ik me ook als een verwend kind gedragen en kon ik het maar met moeite opbrengen om een beetje behulpzaam te zijn. Ik denk dat ik mijn moeder ervan betichtte veel gevoel voor drama te hebben. Daarbij vond ik dat er altijd wel iets met haar was.

 

Pas toen mijn moeder terminaal was en aan de morfine lag, was ik niet meer van haar bed weg te slaan en vroeg ik haar tot vervelens toe hoe ze zich voelde en of ik nog iets kon doen. Vlak voor haar overlijden fluisterde ze dat ze het heel fijn vond dat ik zo zorgzaam was. Zo kende ze me niet, zei ze. Na haar dood realiseerde ik me dat ze me best had mogen vertellen dat ik me niet zo moest aanstellen als ze ziek was omdat het dan heel even niet om mij maar om haar ging.

 

Die dag van mijn 57ste verjaardag lag ik hieraan te denken toen ik me halverwege de lunch weer had teruggetrokken in mijn slaapkamer. Ik moest nu doen wat mijn moeder had verzuimd te doen, dacht ik. Ik moest mijn dochter vragen om zich niet als een verwend kind aan te stellen en een beetje rekening met me te houden. Toen ze me gedag kwam zeggen – ‘Nou ik ga maar geloof ik, want dit wordt niets meer’ – haalde ik diep adem en zei ik wat ik te zeggen had. Dat ze geen kind meer was en dat ze zich dus ook niet als een kind hoefde aan te stellen omdat ik ziek was. ‘Ik voel me hondsberoerd. Punt uit.’

 

Met een ‘nou ja, doe even normaal’ stoof ze de deur uit. Ze is er nooit op teruggekomen. Maar de volgende keer dat ik niet lekker was, was het ‘Wat vervelend voor je mam, kan ik iets voor je doen?’

 

 

‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen.’

 

Er is veel over te vertellen, over moeders en dochters. Daarom hebben we er een reeks van gemaakt waarin elke week andere moeders en/of dochters aan het woord komen. Allemaal met relaties waar we ons aan kunnen spiegelen, in kunnen verdiepen, over kunnen verbazen, van kunnen genieten en van kunnen leren.

 

Heb jij een moeder-dochterverhaal dat je wilt delen? Dat kan ook anoniem. Als je mailt naar info@franska.nl onder vermelding van ‘moeders en dochters’ nemen wij contact met je op.

Door: Redactie Franska.nl

Afbeelding van Redactie Franska.nl